Door: Joost Jansen o.praem.
Een vriend van mij doet af en toe onverwachte dingen. Soms is hij geniaal maar hij kan ook iets doen waarvan wij, en zijn vrouw Marie het eerst, ons afvragen of het wel zo verstandig is. Gelukkig loopt het tot nu toe goed af. Hij leeft nog steeds. Hij heeft iets van die Petrus in het evangelie. Ook bij hem zou je zeggen: ‘Petrus, denk nu eerst even na.’ Hier springt hij het water in terwijl het stormt, in de voorhof van de hogepriester verraadt hij Jezus die hem nog zo gewaarschuwd had: ‘Voor de haan kraait zul je me driemaal verloochend hebben.’
Er is echter een belangrijk moment in beide gebeurtenissen: het moment waarop die vriend en die Petrus bang worden. Dat is het ogenblik waarop ieder beseft dat het ook helemaal verkeerd kan aflopen. Angst kan gezond zijn; in de angst blijven steken, verziekt.
Ik vind dat wij als samenleving die Petrus zijn. We zitten met elkaar in hetzelfde schuitje en we nemen tot vandaag toe beslissingen die de toekomst van ons en van onze planeet schaden. Veel mensen zijn angstig, veel jongeren zijn bang. Bang voor de gevolgen van de klimaatcrisis. Enkele dagen geleden hebben we al het punt bereikt dat voor dit jaar alle grondstoffen zijn opgebruikt. Bang voor de ratrace waarin onze maatschappij sneller en sneller gaat en het evenwicht, ook in de psyché van mensen, verstoord raakt. Er vallen te veel mensen uit de boot omdat ze de snelheid niet meer kunnen bijbenen. Gelukkig komt angst in hen op, ze zijn nog niet helemaal afgestompt en onverschillig geworden. Angst kan gezond zijn, in de angst blijven steken, verziekt.
Hoe nu verder? De stormen in onze wereld, van apocalyptische omvang soms, stillen niet vanzelf. De aarde kreunt en steunt en we krijgen de rekening gepresenteerd van jarenlang wanbeleid. De Heer is niet in de storm, niet in de bliksem, niet in de overstromingen en de vernietigende branden, zegt ons het verhaal van Elia. Waar dan wel? Hoe verder? Waar kunnen we dat weldadige suizen van een briesje opvangen?
Ik lees nogmaals het evangelie. Midden in de angst klinkt de kreet, het is als een gebed, ‘Heer, red mij!’. En Jezus steekt zijn hand uit! Wat tevens belangrijk is: Petrus laat zich bij de hand nemen. Ze aanvaarden elkaar. Dan gaat de storm liggen. De boot is gered.
Steekt Jezus ook vandaag ons de hand toe? Ik denk het wel. Merken wij zijn uitgestoken hand op? Dat blijft de vraag. En: hoe reikt Hij ons de hand? Hij spreekt tot ons vandaag door zijn Blijde Boodschap van verzoening en communio. Dit houdt in dat je je samen verantwoordelijk weet voor dat bootje overgeleverd aan de elementen. Dat bootje zijn wij samen, geloofsgemeenschap, kerk. Die boodschap spreekt ons van verantwoordelijkheid voor Gods goede schepping. Dat Woord van God vraagt om evenwicht tussen bezinning en actie waardoor we de ratrace van onze samenleving kunnen overstijgen. Die Blijde Boodschap biedt ons een weg van hoop en vreugde.Jezus biedt ook zijn hand aan in deze eucharistie: wanneer we straks ter communie gaan, steken wij onze hand geopend uit en ontvangen Hem, Hij geeft zichzelf. Hij wordt ons in de handen gelegd als wij onze lege hand Hem aanbieden. Die wederzijdse aanvaarding is een groot mysterie. Om met Johan Cruijff te spreken: Je gaat het pas zien als je het doorhebt en het doet.In zijn aanwezigheid in het gebroken Brood biedt Jezus ons zijn liefde aan zoals paus Franciscus precies een week geleden 1.5 miljoen jongeren in Lissabon voor ogen hield. Zij verstonden zijn boodschap juist omdat relaties en liefdesverbanden zo kwetsbaar geworden zijn vandaag. Hoeveel jongeren leven niet in patchworkgezinnen?Het is nu aan ons om Hem te ontvangen, de angst voorbij, in een liefdevolle aanwezigheid, ons in handen gelegd. Wij nemen Hem mee in onze boot.