Door: abt Denis Hendrickx
Lezingen: Exodus 12, 1-14; 1 Korinthe 11,23-26 en Johannes 13, 1-15
Nagenoeg elke dag worden we opgeschrikt door berichten van aanslagen, bruut oorlogsgeweld. Kortom: menselijk of natuurlijk geweld met de dood als gevolg. Sommigen blijven je nadrukkelijk bij en laten je niet los zoals in deze dagen de gruwelijke beelden uit Gaza en Oekraïne. Anderen schijnen er wat bij te horen, zoals de berichten van dagelijkse liquidaties binnen het onderwereld-circuit, verwoestingen door overvloedige waterstromen of ondraaglijkheid ten gevolge van verzengende hitte.
Onder uitgerekend zo’n gesternte gaat het weer Pasen worden. Pasen heeft altijd te maken met leven en dood. Vandaag speelt Jezus eigenlijk erg riskant spel. Je zou kunnen zeggen: die Jezus gaat tot aan het randje van menselijke mogelijkheden. Want die Jezus van wie wij nu de laatste dagen gaan vieren – en deze avond is de start – die voelt wel aan dat voor Hem de laatste uren aangebroken waren. Hij was tot het uiterste gegaan, en zo iemand moet er dan aan. Vroeger gold dat en vandaag is dat nog zo. Morgen zal hij dood zijn en wat doe je?
Als wij tegenwoordig kranten en tijdschriften openslaan, dan merken we voortdurend dat er allerlei vaste rubrieken zijn waarbij aan min of meer bekende Nederlanders vragen worden voorgelegd. Onlangs werd de vraag voorgehouden wat de belangrijkste ervaring is geweest in hun leven tot nog toe en wat de laatste wens inhoudt. In de artikelen voel je vaak het diepe nadenken dat er volgde op zo’n vragen. De keuzes die gemaakt werden, de antwoorden welke werden gegeven, ze lieten je iets zien van de diepere roerselen welke het antwoord mee vormden. Vandaag, vanavond gebeurt voor mijn gevoel eigenlijk zo’n beetje hetzelfde: we vieren wat Jezus ons als laatste gebaar heeft nagelaten: een gebaar van dienstbaarheid, het gebaar van het laatste avondmaal, het gebaar van je leven breken en delen zoals het brood gedeeld wordt en de beker van het verbond rondgaat. En dan zegt die Jezus – een 2000 jaar geleden – doet dit tot mijn gedachtenis. Als jullie – medebroeders, geloofsgenoten, betrokken voelende medemensen op dit uur – dit ook doen, dan gebeurt er toch iets anders dan je op het eerste gezicht vermoed had. Jezus zegt eigenlijk met die gebaren: als je mijn leven samenvat dan kun je dat het beste doen door je leven te delen met elkaar en met mensen die jou nodig hebben. Door elkaar de hand te reiken zodat er verbondenheid groeit. Door elkaar van dienst te zijn zodat er in ieder geval een beetje een betere wereld komt, zonder aanslagen, zonde vervuiling, zonder de waanzin van bruut oorlogsgeweld meestal omwille van pure macht. Wij kunnen en mogen ons niet onttrekken aan de toestand in de wereld van vandaag, ver weg, maar er zijn ook zaken die heel dichtbij spelen: verpesten voor en wegpesten van elkaar, zinloos geweld met soms zelfs de waanzin van de dood tot gevolg. Het gaat om mensen die eenzaam in hun huis opgesloten zitten totdat een keer de bom barst.
Met het voedsel op tafel, komen al de verhoudingen, die er tussen mensen zijn op tafel: tussen rijken en armen, tussen profiteurs en slachtoffers, tussen hen die honger lijden en degenen die overvloed hebben. Al die menselijke verhoudingen liggen op tafel. Een maaltijd laat zien wat er allemaal voor goeds is. Tegelijk wordt duidelijk wat er nog ontbreekt aan onze wereld om haar te laten zijn zoals God haar bedoelt.
De maaltijd van vanavond verbindt ons uitdrukkelijk met heel de wereld, met alle mensen van vroeger en nu, die uitkomst zochten en zoeken in hun nood. Jezus laat zien waaruit een gevulde tafel voor ieder bestaat. Hij legt zijn kleding af, hij treedt op als slaaf, als dienaar van hen die beneden hem staan. Hij leert Petrus en ons te ontvangen en te geven, te breken en te delen, de rollen omdraaien zodat de sterke opkomt voor de zwakke en de zwakke kan ontdekken soms de sterke te zijn.
Witte Donderdag: de dag van de maaltijd bij uitstek, van een grote tafel voor veel mensen. Voor mensen die graag bij elkaar zitten, voor mensen die niet weten waar ze moeten gaan zitten, voor mensen die bij hun vrienden aankloppen, voor mensen die nog na middernacht bij hun vrienden aankloppen; voor mensen die nog na middernacht bij hun vrienden kunnen aankloppen; voor mensen die willen leren van elkaar; voor mensen die hun fouten en zwakte kennen; voor mensen op wiens fouten en zwakte gewezen mag worden; voor mensen die zorgen hebben; voor mensen die bezorgd zijn om de ander; voor mensen zonder vertrouwen in zichzelf; voor mensen die vertrouwen hebben in de ander; voor mensen die een grote tafel timmeren waar plaats is voor velen, waar gedeeld wordt met elkaar, waar vriendschap is en vrede en waar die groeit dag in, dag uit. Amen.