Het zuidoostelijke deel van het Abdijterrein is al sinds oudsher in gebruik als weiland, behorende bij de boerderij. In de loop der tijd is de houtwal verdwenen en zijn er enkele bomen voor teruggeplaatst waaronder een rij rode beuken. Dit gedeelte achter de boerderij, ook wel de Paardenweide genoemd, is een gunstige locatie voor het toevoegen van woningbouw.
In 1893 werd tegen de achterzijde van de kerk een refter voor het gymnasium opgetrokken. Dit gebouw diende als verbinding tussen het gymnasium/Abdijhuis uit 1889 en 1906, en het 1e deel van de kloosterkerk uit 1878. Sindsdien konden kloosterlingen vanuit de pandgang binnendoor de school bereiken.