Inspiratie DO 01 Aug

Mijn mooiste plaatsen

Norbertijn Joost Jansen heeft in zijn leven vele mooie reizen gemaakt, mooie plekken bezocht en bijzondere mensen ontmoet. Op deze website kijkt hij hier regelmatig op terug. Vorige maand schreef hij over ‘pelgrimeren op de fiets’. Deze maand: de mooiste plaatsen die hij bezocht.

Door: Joost Jansen o.praem. | Foto’s: Pixabay

Velen gaan in de zomermaanden van huis. Soms ver, heel ver weg. Wanneer ze weer thuis zijn, komen de verhalen los. Ik vind het boeiend om naar deze verhalen van vakantiegangers te luisteren. Wanneer iemand goed kan vertellen, beleef ik zijn avonturen mee. ‘Waar was je?’ ‘Heb je dit echt meegemaakt?’ ‘Bijzonder!’

Zelf heb ik op mijn lange tochten op de fiets door heel Europa ook veel mooie plekken bezocht. De inspanningen die ik me heb moeten getroosten, geven alleen maar meer cachet aan de bezochte plaats. Ik laat enkele ‘heilige plekken’ de revue passeren.

Conques
Een ‘heilige plaats’ in Zuid-Frankrijk, belangrijke halteplaats op weg naar Santiago de Compostela. In het dorp (12e tot 15e eeuw) is een priorij van de norbertijnen die de pelgrimspastoraal bedienen in en rond de majestueuze abdijkerk in het midden van het dorp. In het hoogseizoen herbergen de zes norbertijnen ongeveer tachtig pelgrims per dag. Mijn medebroeders ‘bezielen’ deze plaats door hun dagelijkse gebed: vier keer per dag komen ze samen in de ‘abbatiale’ voor het getijdengebed en de eucharistie. De completen en de pelgrimszegen midden op de avond is indrukwekkend. Ook al menen velen niet gelovig te zijn, toch krijgen ze vaak kippenvel wanneer er meer dan honderd pelgrims, toeristen en andere voorbijgangers in het gebed van de broeders meegaan. Zo is deze kerk bedoeld: een spirituele herberg waar mensen zich geborgen weten onder de hoede van de Allerhoogste. En ook al heb je geen woorden voor het Mysterie: je kunt het wel voelen en ervaren.

Iona
Ik zit in de abdijkerk van dit eilandje aan de uiterste westkust van Schotland. Vroeger hebben hier benedictijnen gewoond. De heilige Colomba heeft hier – zo vertelt ons de Traditie – het fameuze Book of Kells geschreven. Ik zit er stil, er is nog niemand. De deur van de middeleeuwse kerk staat open en ik hoor het ruisen van de zee met af toe het geluid van vogels. Vanuit een hoek van de kerk hoor ik harpmuziek. Er is dus nog iemand anders aanwezig, een vrouw met een kleine Keltische harp. Zij speelt heel meditatief. De klanken van de harp mengen zich met het ruisen van de golven.

Langzaam sijpelen de mensen binnen, ze worden meegevoerd op de tonen van de muziek, op het geluid van de oceaan. Een zanger begint de viering, sober, wat ruig, wat wil je in deze ruige omgeving. Het lijkt of de tijd stil staat…

Grande Chartreuse
‘Kom maar, ik houd die ochtend vrij’, kreeg ik te horen van de toenmalige (Nederlandse) prior van de kartuizers van de Grande Chartreuse bij Grenoble die ik gevraagd had of hij tijd voor mij kon vrijmaken.

Op een dag kom ik op de fiets vanuit Nederland het massief van de Grande Chartreuse binnen. Een ruig gebied. Ik moet flink klimmen. De weg gaat door dichte bossen en dan sta ik ineens voor dit prachtige klooster. De prior staat al klaar. Hij heeft erop gegokt dat ik op tijd zou zijn. We spreken over ‘diepe dingen’. We hebben te weinig tijd en hij stelt voor om ’s middags door te praten. ‘Kom even met me mee dan geef ik je de nieuwe samenvatting van onze spiritualiteit (‘Statuten’).’ Ik loop met hem mee het immense klooster in tot aan zijn kluis. Kartuizers zijn kluizenaars die in gemeenschap wonen, ieder in een eigen ‘tiny house’ waarvan de voordeur uitkomt op de kloostergang.

‘Om twee uur kom ik weer terug en als je gegeten hebt, klim dan een paar honderd meter naar boven daar waar de heilige Bruno, onze stichter, begonnen is. Je hebt daar een mooi zicht op het gehele complex.’ Ik doe het en inderdaad ik zie hoe huisje aan huisje een harmonisch geheel vormen en de kerk waar ze nachtgebed, vespers en eucharistie vieren, oprijst binnen dit geheel. Een spirituele ‘long’ voor onze samenleving.

Auschwitz
Hoort deze ‘(on)heilige plaats’ in deze opsomming thuis? Neen. Toch wil ik het erover hebben. ‘Auschwitz’ staat voor de meest efficiënte uitvoering van massamoord, van genocide. De topcapaciteit was op een gegeven moment ongeveer 10.000 joden die in vierentwintig uur vergast zijn!

‘Auschwitz’ is echter ook de plaats waar op een heroïsche manier mensen – joden en niet-joden – het ‘leven gediend’ hebben. Daarom wil ik het ook over dit oord in Zuid-Oost-Polen hebben.

Met een overlevende van Auschwitz heb ik twintig jaar samengewerkt. We zijn bevriend geraakt. Hij zat in dezelfde barak als Elie Wiesel (Nobelprijs). De drive om te overleven is bij hem geweest: eens kunnen vertellen waartoe mensen in staat zijn, hoe satanisch het nazisme is, wat er met mensen gebeurt als ze ‘gebrainwasht’ worden door een duivels systeem.

In het grote complex van Auschwitz is er een cel waarin de franciscaan Maximiliaan Kolbe met negen andere gevangenen de hongerdood zijn gestorven. Maximiliaan had de plaats van een huisvader ingenomen. Men getuigt van hem dat hij ten einde toe zijn medegevangenen heeft bijgestaan. Ik sta in deze cel: er staat een Paaskaars omringd met wat verse bloemen. Een Paaskaars: dood en leven, een leven de dood voorbij. Een indrukwekkende, heilige plaats.

Bose
Halverwege Turijn en Milaan, in de Povlakte, ligt een klein dorp waar een veertig jaar geleden een monnik Enzo Bianci de kerk is gaan restaureren. Anderen hebben zich bij hem aangesloten, mannen en vrouwen. Er is een kloostergemeenschap ontstaan waar nu een tachtigtal broeders en zusters samen leven, bidden, werken. Ik was geïntrigeerd door deze nieuwe loot aan de  monastieke stam en ben er naar toe gefietst. Ik moest wel de Alpen over en ook weer terug… Het was de moeite waard.

Na een bezoek aan Turijn met de Lijkwade (!), fiets ik naar het Noordoosten door de Povlakte. In de verte doemen de Alpen op, daarachter ligt Zwitserland. Ik kom bij het dorpje Bose met de kerk en even verder zie ik een nieuwe kerk, uitermate sober en van binnen heel veel licht. Allemaal huizen eromheen waarin de gemeenschap haar bivak heeft.

Ik loop de kerk binnen. Vlakbij de ingang is een oude stenen ‘trog’ waarin water stroomt: ‘levend water’. De plaatsen voor de gemeenschap zijn eenvoudig, twee koren tegenover elkaar. De zang is vaak meerstemmig, vierstemmig zelfs want de gemeenschap bestaat uit mannen en vrouwen. Alles ademt een beschouwende sfeer. Grote aandacht wordt geschonken aan het Woord van God met een continu-lezing uit de Bijbel. Ze waren net aangekomen bij het boek Leviticus waarin lange hoofdstukken staan die op het eerste gehoor niet onmiddellijk toepasbaar zijn in onze tijd. De broeder die las was zich er van bewust want hij gaf vooraf een luisterrichting aan. Gelijk erna klinken dan weer prachtige gezangen. Was het nu de liturgie die me pakte of het gebouw?

Naschrift
Zijn het de stenen die al deze plaatsen mooi en indrukwekkend maken? Of zijn het eerder de mensen die deze plaatsen bewonen, de geschiedenis van God en mensen, van leven en dood, die hier tastbaar aanwezig is? Ik denk het laatste.

Joost Jansen is norbertijn van de Abdij van Berne in Heeswijk-Dinther

Reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

3 reacties

  1. Bijzonder je te mogen lezen Joost, over voor mij bekende en onbekende plaatsen, allemaal even indrukwekkend!
    Dank voor het delen.🙏
    Riet

  2. Mooi om te lezen, ik voelde me soms meegenomen in je verhaal.Dank jewel.

    Even wat anders.De winkel waar ik minimaal 2 keer per jaar een dag doorbracht,en altijd met een te zware tas boeken vertrok, mis ik enorm.
    Is er nu een kleinere winkel toch weer terug?
    Groet thea uit dordrecht.
    En blijf ons verrassen met verhalen.

Anderen lezen ook

Inspiratie
De toekomst van het religieuze leven - bij het afscheid van Denis Hendrickx
Lees verder DI 10 Sep
Inspiratie
'Iedere echte ont-moet-ing houdt in dat er niets moet'
Lees verder MA 02 Sep
Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief