In 1886 hebben de Norbertijnen van de Abdij van Berne het gymnasium opgericht. Tot op de dag van vandaag – nu onder de naam Bernrode – is de school voor leerlingen het voorportaal van hun rol in de samenleving. Duizenden alumni zijn ‘tot elk goed werk bereid’, zoals de broeders dat zo mooi zeggen. In deze serie spreken we enkele oud-leerlingen over hun levenslijnen en levenslessen. Wat zijn hun betekenisvolle belevenissen in hun persoonlijke en professionele ontwikkeling?
Door: Henk-Jan Hoefman
In dit derde deel spreken we met Michiel Peeters, studentenpastor en geestverwant van de Russische schrijver Dostojevski. Zijn levensloop kent geen rechte wegen, maar hij gaat recht op zijn doel af. Priester worden was een kinderdroom die realiteit werd, maar kinderlijke naïviteit is hem vreemd. Zijn geloofservaringen zijn verankerd in de niet-verniste werkelijkheid. “Ik ben geraakt en geïnspireerd door Dostojevski. Hij herkende de schoonheid in de werkelijkheid zoals ze is, rauw en dramatisch. Hij beoordeelt de mens niet op zijn prestaties, maar op het volgen van zijn grenzeloze verlangen.”
Zwemmen en kathedralen kijken
In zijn jeugd was Michiel koorknaap bij Schola Cantorum, het jongenskoor van de Sint Jan in Den Bosch. Het ging hem toen niet zozeer om het zingen, het was er gezellig en de jongelingen zaten veel te keten. Toch nestelde de muziek zich in hem. “Jarenlang hoor en zing je muziek van grootheden als Palestrina en Josquin. Die schoonheid gaat in je vezels zitten. Als kind zegt polyfone muziek je nog niet zoveel, maar ongemerkt voedt het je. Waar komt die grote schoonheid vandaan?” Gevoel voor schoonheid ontwikkelen is in de ogen van Michiel de kern van opvoeden. Hijzelf kijkt in dat opzicht terug op veel positieve ervaringen tijdens zijn basisschooltijd. Op de camping met zijn ouders in Frankrijk: zwemmen en kathedralen kijken. Op school: bijbelverhalen en blokfluitles. “Als kind wilde ik priester of missionaris worden, net als mijn oudoom. Ik dacht: als God het belangrijkste is, dan kan het toch niet dat mensen Hem niet kennen? Het opdringen van het geloof is helemaal verkeerd. Vroeger gebeurde dat veel. Onder het motto ‘katholiek van de wieg tot het graf’ werd het je enigszins door de strot geduwd. Het omgekeerde is echter ook onjuist. Als mij nooit iets wordt voorgesteld en aangereikt, dan kan ik óók geen keuze maken. Vrijheid en waarheid zijn voor elkaar gemaakt.”
Verlegen, met de pen bedreven
Door weer en wind fietste Michiel elke dag van Den Bosch naar gymnasium Bernrode in Heeswijk. Een karaktervormende afstand, maar vooral een sociaal gebeuren als in elk dorp de sliert scholieren niet alleen langer werd, maar ook gezelliger. Hij was een goede leerling, maar sommige leraren hadden naar zijn zeggen een haat-liefdeverhouding met hem. “Ik was best verlegen, maar in de les zat ik ontzettend veel te kletsen. Volgens mij was ik geen gemakkelijke leerling om in de klas te hebben. Ik hield me veel meer bezig met de leerlingenvereniging, het schoolcabaret en de schoolkrant.” Michiel mocht dan verlegen zijn, met de pen was hij bedreven. Zijn schrijven is scherp als hij tegen onrecht aanloopt. “Sommige leraren waren heel negatief over het geloof en de kerk. Je kunt in de les niet zeggen: ‘In de Middeleeuwen, toen de mensen nog in God geloofden…’ Alsof een diep besef van het Mysterie dom of achterhaald is. Ook de suggestie dat de katholieke Kerk in de geschiedenis voornamelijk een negatieve rol speelt, geeft een vals, vertekend beeld. Het strookte in ieder geval niet met mijn persoonlijke ervaringen. Toen heb ik een heel kritisch stuk in de schoolkrant geschreven. De strekking was dat van een katholieke school meer sympathie voor haar identiteit en geschiedenis verwacht mag worden.”
Niet naïef en romantisch
De betreffende schoolkrant zou worden uitgereikt tijdens een open dag voor nieuwe leerlingen en hun ouders, maar de rector zorgde er persoonlijk voor dat het betreffende katern uit alle kranten verwijderd werd. “Het was spannend, want een leraar die ik op de korrel had genomen heeft aan het begin van de les twintig minuten staan foeteren zonder mijn naam te noemen. Hoewel ik niet meer zo ongezouten mijn mening zou opschrijven, sta ik nog steeds achter de kern van mijn standpunt. Vijandigheid jegens het christendom vind ik nu overigens minder schadelijk dan een cynische of nihilistische levenshouding die je soms bij opvoeders treft. Ik weet nu natuurlijk veel meer van de zwakke en zwarte kanten van de kerk, maar mijn positieve geloofservaring uit mijn jeugd heeft zich verder verrijkt en verdiept. Niet op een naïeve, romantische manier, want het christelijke gaat dwars door het menselijke heen, met al zijn mooie en ingewikkelde kanten. Dat is de kracht ervan.”
Hartsverlangen volgen
Overigens koestert Michiel warme herinneringen aan zijn middelbare school en heeft hij nog steeds contact met verschillende leraren. De interesse voor zijn vervolgstudie, Slavische Talen aan de Universiteit Leiden, werd gewekt door een leraar die Russisch de studie van de toekomst noemde. Rusland opende zich immers door de perestrojka-politiek van Michail Gorbatsjov, eind jaren tachtig van de vorige eeuw. “De studie vond ik heel interessant en heeft een wereld voor mij geopend, maar cruciaal voor mijn levensloop waren toen vooral de ontmoetingen met Italiaanse Erasmusstudenten, die gelukkiger waren dan ik. Zij waren betrokken bij een katholieke lekenbeweging Gemeenschap en Bevrijding. Ik werd geraakt door de manier waarop zij vrienden waren. Ik ging samen met hen studeren, eten en andere mooie dingen doen. Het liet me zien dat het geloof écht relevant is voor het leven, juist voor het alledaagse leven. Deze ontmoetingen hebben als het ware mijn menselijkheid ontketend. Ons hart verlangt ernaar aangesproken te worden. Dat gebeurt als je andere mensen ontmoet die zelf het diepste verlangen van hun hart hebben leren volgen. Langzamerhand ontdekte ik dat het geloof van mijn jeugd niet alleen mooi was, maar ook waar. Het stelde me in staat om intenser, authentieker en menselijker te leven. Na verloop van tijd kwam mijn jeugddroom om priester te worden weer bovendrijven. Als het christendom zo mooi en relevant is – niet in abstracte zin, maar vanuit de persoonlijke ervaring dat het geloof het bestaan de moeite waard maakt – waarom zou ik daar mijn leven dan niet aan geven?”
Rome als opmaat naar Rusland
Michiel rondt zijn studie Slavische Talen af en haalt op advies van zijn ouders ook nog de rechtenbul, want deze studie geeft tenminste baangarantie. Michiel zoekt echter geen dik betaald beroep, maar geeft gehoor aan zijn roeping om priester te worden. “Ik gooide het roer om en vertrok naar Rome om filosofie en theologie te studeren.” In Rome dompelt Michiel zich onder in een brede vorming. Er is veel aandacht voor filosofie, geschiedenis, kunst en literatuur. “Het Nederlandse schoolsysteem lijdt aan een doorgeschoten objectiviteitsidee met een eenzijdige focus op het meetbare. Taalkunde wordt bevorderd ten koste van bijvoorbeeld literatuur en filosofie, terwijl dat voor je ontwikkeling een enorme verschraling is.” In Rome wordt zijn radicale keuze voor het priesterschap steeds meer bevestigd: “Dit is mijn weg.” Zijn levensweg loopt van Rome naar Rusland als hij door een missionaire fraterniteit wordt uitgezonden naar Siberië en later naar Moskou.
Belevenissen van baboesjka’s
Zijn standplaats in Siberië is de miljoenenstad Novosibirsk waar het in de winter veertig tot vijftig graden vriest. Michiel geeft er les aan de universiteit en in het weekend rijdt hij met een collega-priester naar ver afgelegen dorpjes op het primitieve platteland in de buurt van Kazachstan. Vooral de ontmoetingen met de baboesjka’s – stokoude oma’s – maken diepe indruk op hem. “In de Tweede Wereldoorlog heeft Stalin veel Wolga-Duitsers gedeporteerd naar Siberië. Ze werden in veewagens vervoerd en na een barre reis van maanden, voor velen noodlottig, gedumpt in de sneeuw en aan hun lot overgelaten. Door schuilplaatsen onder de grond te bouwen hebben sommigen de strenge winters overleefd. Het wonderbaarlijke is dat het christendom in deze onmenselijke omstandigheden en zonder enige vorm van organisatie bleef bestaan. In dit gebied waren tientallen jaren geen kerken, geen priesters. Ik ontmoette baboesjka’s die het geloof bewaarden en meer overtuigd gelovig waren dan ik, ondanks alles wat ze hadden meegemaakt. Eén van hen vertelde dat ze een hol onder de grond hadden gegraven en haar man in de winterkou voedsel ging zoeken, maar niet terugkwam. Haar kinderen stierven een voor een en zij was de enige overlevende. In het voorjaar vond ze haar doodgevroren man enkele honderden meters van hun schuilplek. Toch zei ze: ‘Ik ben God dankbaar voor alles. Hij heeft me de mooiste man gegeven voor de tijd dat hij bij me was. Hij schonk mij de liefste kinderen zolang ze hier op aarde waren. Ik ga ze binnenkort terugzien.’ Indrukwekkend. Het heeft me laten zien dat het geloof een kracht is waarvan ik niet wist dat deze zo sterk is. Niet een theorie, geen moraal, maar een levensgebeurtenis, iets wat je in staat stelt te leven en niet puur te overleven. Een andere oma bad vijftig jaar lang samen met anderen de rozenkrans in haar huis en zij doopte de kinderen die in haar dorp geboren werden. In de diepe overtuiging dat er ooit weer een kerkgebouw en een priester zouden komen – wat ook uitkwam.”
Studentenpastoraat in Tilburg
Na Siberië vertrekt Michiel naar Moskou om daar enkele jaren de katholieke aartsbisschop te ondersteunen, maar hij voelt een verantwoordelijkheid voor zijn geboorteland en keert in 2011 terug naar Nederland om een jaar later aan de universiteit van Tilburg studentenpastor te worden. “De generatie van nu wordt heel sterk geleefd en overspoeld door prikkels. Ze hebben qua schoonheid en verdieping weinig meegekregen. Alles wordt uitgedrukt in economische parameters en prestatietermen, maar wij zijn allemaal mensen, geen levenloze machines. Veel studenten lopen dan ook vast in deze mechanische tredmolen. De meesten zijn niet gelovig, maar hebben een heel gevoelig hart. Ik ben heel optimistisch gestemd over het hart van de mens. God is de mens gunstig gezind en het Mysterie zal wegen vinden om ons te bereiken. Moeilijke tijden, zoals de huidige coronacrisis, hebben de functie om ons hart weer wakker te maken, zodat we kunnen onderscheppen wat het leven met ons voor heeft. Kerkvader Augustinus zei het in één zin: ‘Ons mensenhart is onrustig totdat het rust vindt in relatie met het oneindige Mysterie.’ Wie ruimte geeft aan zijn of haar grenzeloze verlangen kan – ook in een wereld die soms onmenselijk is – bij bepaalde ontmoetingen opspringen, opnieuw ademhalen en een diepe sereniteit ervaren. Ik probeer studenten een plek te bieden waar zij de diepte van hun eigen menselijkheid kunnen ontdekken en cultiveren. Het waardevolle dat je in de stilte ontdekt, mag vervolgens van de daken worden geschreeuwd. Je leeft om gelukkig te worden en mocht je een weg vinden die je daarbij helpt, dan wil je anderen daarin meeslepen.”
Prachtigelevensloop Michiel,
Veel wijsheid en levenservaring.
Met jouw inzicht en ervaring , los van allerlei uiterlijkheden en commercieel gericht plezier, heeft jou toch tot de zuivere intentie gedreven……waartoe zijn wij op aarde…..,
waartoe zijn wij op aarde..
Bedankt voor jouw verhaal.
Mooi artikel.
Helaas erg negatieve tijd gehad op Bernrode. Ben benieuwd naar de naam van de rector en docent.
Lees het boek ” Domweg gelukkig” over het verschil tussen Bernrode en het Damiaancollege.Overigens was ik een slechte student.