Donderdag 5 mei 2022 – Bevrijdingsdag en viering jubilea Canonie van Berne 2020 en 2021

Door: abt Denis Hendrickx
Lezingen: Exodus 14,15-31 en Johannes 8, 31-37

Inleiding
Corona heeft er voor gezorgd dat we in de afgelopen 2 jaar geen uitbundig feest konden vieren. Of dat nu gold op nationaal niveau – de jaarlijkse bevrijdingsdag – of dat gold voor het vieren van de jubilarissen van onze gemeenschappen.

Vandaag een combinatie:

We vieren vrijheid en dat gaat dieper dan onbelemmerd kunnen zeggen en doen wat je wilt. Vrijheid gaat in de eerste plaats om vertrouwen in de mensen om je heen. Als het er op aan komt gaat vrijheid eerder over het collectief dan over het individu. Vrijheid in christelijke zin draait om vrijmoedigheid: zij stelt ons in staat om zonder angst de ander tegemoet te treden. Vrijheid is niet mijn individuele ruimte, maar onze gemeenschappelijke ruimte. Vrijheid is geen eindpunt, maar beginpunt.

En we gedenken kroonjaren van verbondenheid met de norbertijnen gemeenschap , kroonjaren van professie of kroonjaren van verbondenheid als voorganger in de geloofsgemeenschap. Jubilea van individuele personen maar uitdrukkelijk verbonden met gemeenschap.

Mogen we tegen deze achtergrond die verbondenheid als nationale gemeenschap en als leef en geloofsgemeenschap met elkaar vieren en laat ons daartoe bidden met woorden van de kyrielitanie.

Verkondiging
In de afgelopen twee jaar had iedereen de mond vol van vrijheid naar aanleiding van collectieve maatregelen om de coronapandemie te beteugelen. Sommigen stelden dat onze vrijheid werd beknot. Dat experts en de overheid de handen in elkaar sloegen om het normale leven aan banden te leggen. Anderen maakten als het ging over de coronapas zelfs gewag van een controlestaat. Nu we al even bevrijd zijn van de meeste ‘vrijheidsbeperkende maatregelen’, blijft de euforie toch uit.

In deze eerste dagen van de vijfde maand wordt er veel teruggegrepen op de oorlogservaringen uit de Tweede wereldoorlog. En dat leeft nu wel extra sterk vanwege die waanzinnige situatie in en rond Oekraïne. Ik geloof dat de essentie van bezetting en onderdrukking is, dat mensen geïsoleerd worden van elkaar. Onderdrukking maakt mensen immers onzeker en angstig, ze weten niet waar ze aan toe zijn, ze weten ook niet wie ze kunnen vertrouwen en wie niet. Mensen leven snel en schichtig langs elkaar heen, wagen zich alleen buiten als het echt nodig is, glippen snel weer hun huis binnen. Het bijzondere van de bevrijdingsdagen van mei 1945 was dat mensen weer in grote getale op straat durfden te komen, de publieke ruimte niet langer als onveilig hoefden te beschouwen. In het Oekraïne van deze dagen zien we hoe mensen schuilen bij elkaar, zich opsluiten in hun eigen kring die  ze kunnen vertrouwen, waar ze niet bang hoeven te zijn voor wat ze zeggen.

In de christelijke traditie is vrijheid een centraal begrip. We spreken over Christus als onze verlosser, onze bevrijder, degene die ons heeft vrijgemaakt van zonde en dood. In de christelijke betekenis van verlossing gaat het niet om het opheffen van alle begrenzingen, maar om het loslaten van angst. Vrijheid is in de christelijke traditie eerder vrijmoedigheid dan onbelemmerd zijn: zij stelt ons in staat om zonder angst de ander tegemoet te treden, ons te verbinden met elkaar, een open oor te hebben en in vrijmoedigheid te vertellen wat je op je hart hebt. Vrijheid is daarom in die christelijke traditie niet het eindpunt wat we kunnen bereiken als we alle belemmeringen hebben opgeruimd, maar het is het beginpunt: we kunnen met een vrijmoedige geest het leven en onze samenleving tegemoet treden.

Vrijheid is niet mijn individuele ruimte, maar onze gemeenschappelijke ruimte.

En ligt daar niet een relatie met ons vandaag vieren van allerlei jubilea. Professiejubileum als stilstaan bij jarenlange verbondenheid met de God van alle leven en een concrete gemeenschap van medebroeders en medezusters. Waar het toch vooral ook gaat om met open hand, open oor en open hart naast en bij elkaar te zijn.

En ligt het bij het ambtsjubileum van zoveel jaren priesterschap ook niet in de lijn van onderlinge verbondenheid en betrokkenheid in de aanwezigheid en in het leiding geven aan de geloofsgemeenschap.

In dit verband krijgen ook de evangeliewoorden van Johannes een bijzondere betekenis. Jezus prikt namelijk met zijn antwoord weer verrassend door een blijkbaar gangbare redenering heen: “Kinderen van Abraham zijn zij die doen als hij en gehoor geven aan Gods woord. Die net als Hij een nieuwe start durven maken en het oude leefpatroon verlaten als dit een doodlopende weg blijkt te zijn. Die niet vasthouden aan vooropgezette ideeën over hoe het verder moet, maar die de voortgang van hun levenswerk uit handen durven te geven, luisterend naar wat het ogenblik vraagt. Wie zo is mag zich kind van Abraham noemen “.

De dag van vandaag houdt ons voor om als persoon en als samenleving veel waarde te hechten aan vrijheid, maar zonder solidariteit van mensen met elkaar is die vrijheid vals.

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief