Door: Joost Jansen o.praem.
Wat gebeurt er als je mensen ontvangt of dat jij bij anderen ontvangen wordt? Ik ben vaak nieuwsgierig om te ontdekken hoe mensen leven. De eerste indruk is bepalend. Is het super geordend maar zonder kraak of smaak? Of is het een huishouden van Jan Steen, maar wel gezellig? Het zal vaak ergens tussen in zijn. En dan de gastheer, gastvrouw, de kinderen… Deze week ontving ik in de abdij een groep leerlingen uit het voortgezet onderwijs, een speciale klas met allemaal jongeren met een rugzakje. Het was te merken. Ik moest alle zeilen bijzetten. Ik vroeg me af: hoe is hun thuissituatie? Is er constant gekibbel (om maar niet van erger te spreken)? Of is het eerder zoals bij Abraham: hij is net besneden, een pijnlijk gebeuren op volwassen leeftijd. Hij is dus kwetsbaar genoeg om die drie mannen te ontvangen en open te staan voor iets nieuws.
Openstaan voor iets nieuws… Is dat niet de kernvraag bij iedere ontmoeting, bij iedere ervaring van gastvrijheid? Het is een hele kunst om ontvangend én gevend in het leven te staan. We kiezen te snel voor het zekere, voor de regels, de afspraken, het veilige. Je zou kunnen zeggen – denkend aan Marta – voor de veiligheid van haar keuken. Jezus moest zich maar schikken naar ‘hoe het heurt’ als je iemand te gast krijgt. Abraham deed dat trouwens ook, maar net even anders. Hij was er helemaal voor zijn gasten en mensen van zijn huishouding zorgden voor de catering. Marta zal nog moeten groeien. Haar tekort is niet dat ze zich met haar potten en pannen bezig houdt. Een gast moet goed ontvangen worden, punt uit. Het is eerder dat ze niet anders ziet dan dat, dat ze verwijten maakt, dat ze niet denkt in aanvulling aan elkaar, dat Maria het ene aspect van de gastvrijheid behartigt en zij, Marta, het andere. Waar gaat het bij een ontmoeting om? Dat je elkaar verrijkt, dat je groeit aan elkaar, ook aan elkaars verhalen.
Over een week zit ik weer op een plek waar honderden pelgrims op weg naar Santiago de Compostela even halte maken. Velen willen hun verhaal kwijt. Wat is het dan een rijkdom als er vrijwilligers zijn die én zorgen dat ze goed kunnen eten en slapen én dat er mensen zijn met een luisterend oor. Later hoor ik de getuigenissen: toen is er iets nieuws in mij zelf aangeboord. U hoort het goed: er is iets nieuws in hen aangeboord… Het is niet het werk van de een of de ander, neen, het gebeurt aan hen. Ik bid dan: dankjewel God dat U bij hem, bij haar, de goede snaar raakt. Dat ze iets nieuws in hun leven ontdekken. Het nieuwe zal waarschijnlijk geen kind zijn dat er over een jaar is, zoals bij Sara. Het kan wel een nieuw inzicht zijn waardoor je je leven net even anders inricht.
Ook al ga je geen lange reizen maken, er blijft altijd een innerlijke weg te gaan. Ook dan is het belangrijk om je niet overmatig zorgen te maken. En dat is soms vandaag een ‘hell of a job’ want het bestaan vandaag wordt duurder, de crisissen rijgen zich aan een, de relaties staan nogal onder druk. En toch biedt Jezus ons met zijn Blijde Boodschap een route om met die zorgen om te gaan. Het is de route van even stappen op de plaats, van luisteren naar je hart en wat God dan te zeggen heeft. Het is de route van nieuwsgierig-zijn zodat je iets nieuws in je leven gegeven kan worden. Het is de route van bij elkaar blijven, de Marta’s en de Maria’s, de doeners en de beschouwende bidders. Het is de weg die wij samen kunnen gaan, gevoed aan de Tafel van de Heer en met het perspectief dat Hij ons geeft. Dan hebben we samen het beste deel gekregen en dat zal ons niet ontnomen worden, zegt Jezus zelf.