Corona heeft er ook dit jaar weer voor gezorgd dat carnaval nauwelijks gevierd kon worden vanwege begrijpelijke beperkende maatregelen. Het weekend voorafgaand aan Aswoensdag viel dit jaar op 26/27 februari. 2 Maart was het Aswoensdag, de dag die in de christelijke traditie het begin van de vastentijd markeert die duurt tot aan Pasen. Wat zegt ons tegenwoordig de vastentijd? Is het een moment om verschil te maken?
Door: abt Denis Hendrickx
Vasten
Voor rooms-katholieken zijn Aswoensdag en Goede Vrijdag officieel nog steeds dagen van verplichte onthouding van eten en drank, maar daar houden weinigen zich zo strikt aan. Er zijn ook protestanten die in de aanloop naar Pasen vasten. Van oudsher werd in de veertigdagentijd weinig gegeten en werden vooral vlees, snoeperijen en alcohol vermeden. Nu kiezen mensen er ook wel voor om bijvoorbeeld het gebruik van de nieuwe media tot het noodzakelijke te beperken. De vastentijd is een periode van bezinning en solidariteit met mensen die het moeilijk hebben. Ook in andere religies is het een bekend ritueel.
Onder hindoes is het heel gebruikelijk om te vasten. Sommigen doen het dagelijks, anderen in bepaalde periodes, maar de meesten vasten tijdens religieuze feest- of gedenkdagen. Er wordt dan vegetarisch gegeten en soms laat men bepaalde voedingsmiddelen staan. Volgens hindoes is onthouding van voedsel bevorderlijk voor de spirituele groei en reinigend voor lichaam en geest. Boeddhisten delen deze visie en zien het vasten als een hulpmiddel voor het bereiken van verlichting. Boeddhistische monniken en nonnen eten daarom geen vast voedsel tussen twaalf uur ’s middags en zes uur ’s morgens. Joden eten en drinken meer dan een etmaal lang niet op Grote Verzoendag (Jom Kipoer), waar het draait om berouw, inkeer en zich verzoenen met God. De ramadan is in deze tijd voor velen waarschijnlijk de bekendste vorm van religieus vasten. Een heel zware ook: een maand lang wordt door moslims niets gegeten of gedronken tussen zonsopgang en zonsondergang. De onthouding geldt ook voor roken en seks. De ramadan is een periode waarin men bewust leeft en normen en waarden extra goed probeert na te leven. Inkeer, overgave aan God en solidariteit met mensen die (honger) lijden zijn de sleutelwoorden. Tijdens de ramadan worden dan ook extra aalmoezen (zakat) gegeven.
Dit zien we ook bij protestantse en rooms-katholieke geloofsgemeenschappen, tijdens de zogenaamde ‘vastenacties’, waarbij giften worden ingezameld voor goede doelen. De katholieke Vastenactie kent slogans als: ‘Een moment om verschil te maken’ en ‘Even iets minder, voor een ander’. Tijdens de vastentijd gaat het om zelf iets te laten, zodat er meer is voor een ander. De veertigdagentijd beslaat een periode van zesenveertig dagen. Tussen Aswoensdag en Paaszondag zijn er zes zondagen; dat zijn dagen waarop niet gevast wordt. De overige veertig dagen zijn te herleiden naar de periode dat Jezus zich terugtrok in de woestijn, om te vasten en te bidden. Aswoensdag wordt voorafgegaan door carnaval, bedoeld om zich nog even lekker te buiten te gaan voor de vastentijd aanbreekt. Ontkoppeling van carnaval en vastentijd, zoals nu ook in deze coronatijd wel eens wordt voorgesteld, zou dan ook bijzonder merkwaardig zijn. Carnaval en veertigdagentijd horen bij elkaar!
In deze, onze tijd
Het is belangrijk om je voortdurend te realiseren, dat het bij het vasten niet om het vasten zelf gaat. Het doel is jouw, is ons toekomstperspectief! Vasten is niet meer en niet minder dan het (weer opnieuw) op zoek gaan naar dat toekomstperspectief. Wat dat betreft is het een geweldige combinatie dat juist in de veertigdagentijd van dit jaar de kerk in synode is gegaan. In het proces, dat eind vorig jaar is gestart en zeker tot eind 2023 zal duren, ligt de nadruk op het lokale vlak, op de plaatselijke geloofsgemeenschap. Het synodaal proces moet duidelijk maken dat de kerk niet af en toe nadenkt over hoe zij beter en efficiënter kan functioneren. Het hoort bij de kerk dat zij zoekt naar hoe zij kerk kan zijn onder de gegeven omstandigheden.
De vastentijd is bij uitstek een periode om levenskeuzes te ijken, ze opnieuw te bevestigen of nieuwe keuzes te maken in denken en in handelen. Van Jezus weten we dat hij zijn prediking begon met de oproep: “De tijd is vervuld en het rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap” (Marcus 1,15). Deze oproep heeft na tweeduizend jaar nog niets aan kracht ingeboet. Met alle mogelijkheden en middelen die ons ter beschikking staan, ligt een duurzame wereld waar gerechtigheid en vrede heersen binnen handbereik! Durven we daarin te geloven? Hebben we de moed om de weg in te slaan die naar zo een wereld leidt? Straalt onze levenshouding uit, dat wij geloven in de haalbaarheid van de duurzame samenleving?
Als kernelementen van zijn prediking zoals verwoord in Mat.6,1-18, houdt Jezus ons voor: vasten, gebed en liefdadigheid. Het zijn deze aspecten welke ons in staat stellen tot bekering en daar uitdrukking aan geven. De weg van armoede en zelfopoffering (vasten), liefdevolle zorg voor de armen (liefdadigheid) en dialoog als die van een kind met de Vader (gebed) stellen ons in staat om ons een leven van oprecht geloof, levende hoop en effectieve naastenliefde eigen te maken. De vastentijd is een tijd voor geloven, voor het verwelkomen van God in ons leven en hem toestaan om ‘zijn woning te maken’ onder ons. Vasten betekent het bevrijden van ons bestaan van alles dat ons belemmert, zoals de consumptiedrang of een overvloed aan informatie – zowel waar als vals – om de deuren van onze harten te openen voor de Ene die tot ons komt, die arm is in alles en toch ‘vol genade en waarheid‘ (Joh.1,14).
Hoop doet leven
In deze zorgelijke tijden waarin wij leven, wanneer alles breekbaar en onzeker lijkt, kan het een provocatie lijken om over hoop te spreken. Toch is de vastentijd de periode van hoop, waarin we ons richten tot God die geduldig blijft zorgen voor zijn schepping die wij zo vaak slecht hebben behandeld. In zijn meest recente encycliek – Fratelli Tutti (223) – formuleert paus Franciscus: “Mogen wij ons in deze vastentijd steeds sterker betrokken tonen met ‘bemoedigende woorden die opbeuren, steunen, troosten en stimuleren, in plaats van woorden die vernederen, bedroeven, irriteren en kleineren’. Om hoop te bieden aan anderen is soms genoeg ‘een vriendelijk iemand te zijn, die bereid is om de eigen beslommeringen opzij te zetten om belangstelling te tonen, met een glimlach, een woord van bemoediging, een luisterend oor te midden van alle onverschilligheid’”. De vastentijd in hoop ervaren houdt in dat we groeien in het besef dat wij getuigen zijn van nieuwe tijden. De vastentijd vraagt ook zeker een ervaren met liefde: zorg bieden aan hen die lijden of zich verlaten voelen of angstig zijn vanwege de Covid-19 pandemie. Laten we in deze tijd van diepe onzekerheid over de toekomst denken aan de woorden van de Heer aan zijn dienaar: “Vrees niet, want ik heb u bevrijd”.
In veel uitspraken van Jezus is de bekende gerechtigheidscataloog van de profeet Jesaja (Jesaja 58) terug te vinden: onrecht, onderdrukking, knechtschap wegdragen; de hongerigen te eten geven, verdrukten bevrijden, gevangenen laten gaan, naakten kleden. Dat is de daadwerkelijke expressie van een religie die midden in de wereld de kant kiest van de armen en ontrechten. Vasten als daad, als evangelie in praktijk, zoals Jezus dat in navolging van Jesaja verkondigde in de synagoge van Nazareth. Vasten heeft zich volop hervonden als een schone en sterke uitdrukking van menselijke solidariteit.
Denis Hendrickx o.praem. is abt van de Abdij van Berne
Bent u door het lezen van dit artikel, dat eerder werd geplaatst in BERNE (lente 2022), geïnteresseerd geraakt in BERNE, vraag dan een abonnement aan bij: secretariaat@abdijvanberne.nl. Of bij het secretariaat van de Abdij van Berne, Abdijstraat 49, 5473 AD in Heeswijk. Losse exemplaren vindt u ook in boek- en abdijwinkel van Berne Media/in de Abdij van Berne in Heeswijk-Dinther/Tilburg/priorij De Essenburgh/Sint-Catharinadal en in de verschillende parochies van de Norbertijnen.