
Dit is een uitnodiging om even op je levenslijn te gaan zitten, op het plaatsje ‘NU’. Als we onze levenslijn zouden tekenen, dan is het ‘nu’ maar een fractie van de totale lijn. Het lijkt maar een smal streepje. Toch kunnen we proberen in gedachten daar een grote zetel neer te zetten. Hier vertoef ik. Hoe is dat, om hier te zijn?
Door: Lidwien Cornelissens
Wat mij zo dikwijls opvalt, zowel bij anderen als bij mijzelf, is dat we vaak overal zijn, behalve op de plek waar we ons bevinden. In zijn boek De kracht van het NU heeft Eckhart Tölle dat als geen ander verwoord.
Hier zou ik u willen uitnodigen mee te gaan naar een moment in de nacht en dan specifiek naar een moment van wakker zijn.
Slecht slapen is een bekend fenomeen. Het is een veelgehoorde klacht; er is een groot aantal cursussen over dit onderwerp en ook menige podcast is eraan gewijd. Slecht slapen is echt niet leuk, maar meestal maken mensen het nog slechter door zich op te winden over het feit dát ze niet slapen. Jammer, want één ding weet je zeker: van boosheid val je niet in slaap. Dat mensen kwaad zijn onderkennen ze lang niet altijd. ‘Nee hoor, ik ben niet kwaad, maar ik kan het piekeren niet stopzetten.’ Piekeren, of dat nu overdag of in de nacht is, heeft niets met denken te maken. Denken gebruik je als je een kop thee moet zetten. Dan weet je dat je water in een waterkoker moet doen, het aan de kook moet brengen en dan in de theepot gieten, een theezakje erbij en dan even laten trekken.
Denken is een constructief; een handleiding om stap voor stap tot een resultaat te komen. Dit moet helder onderscheiden worden van twee andere hersenactiviteiten: het fantaseren en het piekeren. Bij fantaseren kunnen wij ons een voorstelling van een tafereel maken. Zolang dat een leuk tafereel is kunnen we daar plezier aan ontlenen. Enger wordt het wanneer je je als overbelaste vader/moeder/mantelzorger/directeur voorstelt dat je de boel de boel laat en er met een rugzak op vandoor gaat. Mensen schrikken hier vaak van. Ze denken dan dat deze fantasie hun ‘werkelijke’ ik onthult en hen dan dus aanzet tot handelen als ze nog eerlijk tegenover zichzelf willen staan. In de praktijk moedig ik mensen dan aan om juist door te fantaseren. Waar zou je heen gaan? Wat zou je gaan doen? Hoe zouden je avonden eruitzien? Hoe lang zou het fijn zijn zonder je vrouw/man en kinderen? Dikwijls zie je dan dat juist door mee te gaan in de fantasie, het fantaseren en de bijbehorende gevoelens minder eng worden en er meer innerlijke ruimte ontstaat.
Dat is anders met piekeren. Piekeren is per definitie destructief. Het is een proces dat, eenmaal in gang gezet, zichzelf als een vliegwiel blijft aandrijven. De inhoud in de nacht is doorgaans zoiets als: ‘Nu slaap ik weer zo slecht, dan ben ik morgen moe, dan kan ik mijn werk niet doen, niet voor de kinderen zorgen et cetera. Dit is niet om uit te houden! Waarom slaap ik nu niet? Iedereen in de straat slaapt wél en zelfs mijn partner/kind/hond/kat slapen.’ Nou, reken maar dat dit gepieker zijn oorsprong vindt in woede!
Waarom nu zo stilstaan bij slapen? Dat is omdat ik vind dat de wens om goed te slapen zo symbolisch is voor onze levensweg. Stel dat je als je slecht slaapt, je eerst eens vriendelijk zou kunnen zeggen: ‘Wat rot voor mij! Gelukkig weet ik dat ik best sterk ben en een stootje kan hebben, dus het niet slapen is wel vervelend maar geen ramp. Ik besluit om niet te gaan piekeren. In die valkuil trap ik mooi niet. Hoe zou ik deze nacht voor mijzelf zo aangenaam mogelijk kunnen maken? Laat ik eerst er eens uitgaan en een kopje thee zetten. Daarna kan ik kijken of er een leuk luisterboek is of een podcast. Het moet niet te interessant zijn, want dan ga ik expres wakker blijven.’
In feite ben ik op dat moment een liefhebbende vader/moeder voor mijzelf en steun ik mijzelf door de nacht. Ik vraag me nog even af of ik het warm genoeg heb en of ik wellicht een paar sokken of een kruikje moet pakken. Kortom: ik kijk met aandacht en liefde naar mijn situatie zonder dat ik als egoïst kan worden weggezet. Het totaal overbodige, loze: ‘Wees eens een beetje flink!’ komt hier niet bij kijken.
Als ik, als klein mensje, dit voor mijzelf kan opbrengen, hoeveel eindeloos groter kan ik mij dan de liefde van het Oneindige Goede voorstellen? Wat betekent het om Gods kind te mogen heten? Om te weten dat ieder van ons de vrucht is van de gedachten van God, zoals paus Franciscus met kerst nog zei. Het betekent dat we goed zijn, precies zoals we zijn. Dus óók als we voor de honderdste keer iets omgooien, onaardig zijn tegen iemand die dat niet verdient, het niet voor elkaar krijgen om een opleiding af te ronden, te leren lezen of te slagen voor een examen. Altijd, maar dan ook echt áltijd mogen wij ons innerlijk goed genoeg voelen. Dus niet alleen is elke nacht goed genoeg om zichzelf, maar ook elke dag. Niet alleen mensen met een lintje van de koning zijn bijzonder, maar juist ook al die mensen die hun onzichtbare lintje dragen. Immers: elke bescheiden daad mag gemeten worden naar menselijke maat en draagt in zichzelf de vrucht van warmte en troost.
Laten we op menselijke maat een beetje een Goddelijke vader en of moeder zijn, voor onszelf in de eerste plaats. Dan vloeit daaruit vanzelf de liefde voort voor een ander. Het is, denk ik, dat zo de scheppingsdaad bedoeld is, zowel naar Goddelijke als naar menselijke maat.
Begrippen als flink zijn, zonde, egoïstisch, ijdel et cetera zijn allemaal termen waarmee wij een ander objectiveren. We zijn dan niet alleen het contact met de ander verloren, maar ook met onszelf. Met gezonde zelfliefde doe je niemand kwaad, het kost geen cent en toch is het een weg die we zelden bewandelen, lijkt het. Soms verklaren we onszelf gemakkelijker de oorlog dan de liefde, en denken we dat we die liefde pas verdienen als we eerst van onze plaats op de levenslijn opstaan en rennen naar een volgend doel. Evenzo kan het gemakkelijker zijn om onder het mom van ‘ik bewaak gewoon mijn eigen grenzen’ hard de grens naar een ander te zetten, dan oprecht in contact te treden en ieders betekenisverlening naast elkaar te leggen en te respecteren. Dat kan slechts in gesprek met een ander en niet door het eenzijdig plaatsen van grenzen. Daarom moet het gebod ‘Heb uw naaste lief gelijk uzelf’ in deze neuro-tische, prikkelrijke samenleving misschien wel vertaald worden naar: ‘Zoals ik mijzelf liefheb, heb ik jou lief.’ Door even rustig te gaan zitten op de plaats in onze levenslijn waar we ons nu bevinden en door naar binnen te keren en contact te zoeken met onze Bron, kan de rust in ons stromen en maakt piekeren plaats voor zelfliefde en innerlijke vrede, waardoor we het veel beter kunnen opbrengen echt te luisteren.l
Dr. Lidwien Cornelissens is psychotherapeut en medisch ethicus.
Bent u door het lezen van dit artikel, dat eerder werd geplaatst in ‘Berne’ (lente 2025), geïnteresseerd geraakt in ‘Berne’, vraag dan een abonnement aan bij: secretariaat@abdijvanberne.nl. Of bij het secretariaat van de Abdij van Berne, Abdijstraat 49, 5473 AD in Heeswijk. Losse exemplaren vindt u in Abdij van Berne, Berne Abdijwinkel en priorij De Essenburgh/Sint-Catharinadal en in de verschillende parochies van de Norbertijnen.