Door: abt Denis Hendrickx
Lezingen: Handelingen 1,1-11; Hebreeën 9, 24-28;10,19-23 en Lucaa 24, 46-53
Afscheid nemen, vertrekken, het heeft altijd iets moeilijks. ‘Vertrekken is een beetje doodgaan’, zo luidt de vertaling van een bekend frans gezegd. Wij kennen allemaal wel van die momenten of voorvallen. Afscheid nemen dat doet pijn, vooral als dat geldt voor mensen die zo nadrukkelijk van elkaar houden. Het is alsof er iets in jezelf doodgaat, alsof de ander voorgoed uit je leven verdwijnt.
Ik denk dat het voor ons mensen altijd moeilijk is om iemand los te laten met wie je zo vertrouwd was. Je vraagt je af hoe je verder zult moeten en vooral ook hoe je dat allemaal moet kunnen. Naast die persoonlijke binding doet het je pijn om datgene wat je hebt opgebouwd los te moeten laten en op te moeten geven. Met pensioen gaan, je baan op moeten geven, je geloofsgemeenschap uit elkaar zien vallen na vaak opgelegde fusies met andere gemeenschappen, vaarwel zeggen tegen mensen met wie je zo intensief en zo lang hebt samengewerkt. Dit alles is voor u, voor mij, voor ons dikwijls een hele opgave. Nog erger lijkt het me als je omwille van ziekte gedwongen wordt je werk of je vertrouwde omgeving op te geven, zodat je voortaan niets meer kunt doen en ergens anders moet wennen. Sommigen gaan dan echt een beetje dood. Ze moeten opnieuw beginnen.
Eigenlijk komt het er op neer dat het moeilijk voor ons is om te geloven in een toekomst, waarbij wij zelf niet meer betrokken zijn. Allerlei vragen komen dan op ons af: hoe moet het verder zonder mij ? Kunnen ze me eigenlijk wel missen ? En hoe vaak is het niet gebeurd: kinderen gaan het huis uit en bezorgde ouders vragen zich af: ‘zouden ze het wel aankunnen? ‘Zijn ze wel oud en wijs genoeg om het te kunnen redden ? Met al dit soort gevoelens zeggen we eigenlijk dat het voor ons moeilijk is te geloven in de toekomst van hen die na ons komen en die zonder ons verder moeten. Er wordt – denk ik – zeker in stilte en achter de schermen – nogal eens gedacht ( en soms zelfs ook wel hardop uitgesproken) Dat we eigenlijk niet goed gemist kunnen worden.
Het zou mij niets verbazen als de leerlingen van Jezus zo ongeveer dezelfde gedachten en gevoelens gehad hebben op het moment dat Jezus afscheid nam. ‘Hoe moet het nu verder zonder Hem ? Maar Jezus lijkt zich niet aan te sluiten bij die negatieve gevoelens en gedachten. Integendeel zelfs. Meerdere malen zegt Hij tot de leerlingen: ‘het is goed voor jullie dat ik heenga’. Daarmee geeft hij vooral aan dat hij er alle vertrouwen in heeft dat ze het best zullen redden zonder Hem. Het is goed voor jullie dat ik heenga, want dan kan ook de helper komen, de Heilige Geest die jullie alles in herinnering zal brengen wat ik jullie geleerd heb. Hij zal jullie helpen te getuigen van mijn leven, mijn lijden, mijn sterven en mijn verrijzen.
Wat velen van ons maar moeilijk lukt, dat doet Jezus. Vertrouwen geven in de toekomst al zal het anders zijn. Jezus vertrouwt toekomst toe aan gewone mensen. Hij spreekt hen moed in.
Maar de leerlingen zijn zoals wij. Ze denken het niet te kunnen zonder Hem. Wanneer Jezus uit hun kring is weggegaan, blijven zij naar de hemel staren. Zij staren zich als het ware blind op het verleden.
Wat staat ge naar de hemel te staren, krijgen ze te horen. Ga aan het werk en doe zoals Hij.
De beweging die Jezus in gang heeft willen zetten is begonnen toen de mensen ophielden naar de hemel te staren, toen ze ophielden achterom te kijken, toen ze oog kregen voor elkaar en voor de mensen met hun vragen. Toen begon het pas goed, toen pas kreeg de geest van jezus de kans om in hen krachtdadig werkzaam te zijn. Toen pas waren ze in staat tot wonderen van goedheid, die zij voor elkaar verrichtten.
Als we vandaag de dag wel eens denken dat het vroeger allemaal veel beter was in onze kerk en samenleving, als we veel blijven staren naar wat voorbij is, is het feest van hemelvaart voor ons een oproep om vertrouwen te hebben in de toekomst, die we samen moeten en kunnen maken.
Ook ons wordt vertrouwen voorgehouden, ook ons wordt vertrouwen ingesproken: durf te geloven dat het kan. Je staat er bovendien niet alleen voor want de Geest zal jullie vergezellen.
Allerlei recente onderzoeken stellen de vraag of God in de toekomst door mensen nog gekend zal worden. En bijna alle uitkomsten geven aan dat er grote twijfel bestaat als het over de vorm gaat.
De traditionele vorm van kerk-zijn zal wel verdwijnen. De toekomst van God hangt van de christenen zelf af, zo luidt menige conclusie. Een van de vaak gehoorde onderzoeksresultaten luidt: ‘christenen moeten blijheid en enthousiasme uitstralen’. En het komt mij voor dat deze conclusie helemaal past bij Hemelvaart. Lucas geeft het zo nadrukkelijk aan vandaag: de leerlingen zaten beslist niet bij de pakken neer. Er straalde blijdschap van hen uit, en elan. En wij allen, wij mogen vandaag allemaal bij onszelf nagaan welke toekomst wij garanderen aan God, aan het werk dat Jezus hier op aarde is begonnen en dat hij bij zijn hemelvaart heeft overgedragen aan zijn kerk, zijn leerlingen……en dus ook aan ons.