Door: abt Denis Hendrickx
Lezingen: Jesaja 52,7-10; Hebreeën 1,1-6 en Johannes 1,1-18
Op veel manieren komt het verhaal van deze dag tot ons. In traditionele vertellingen, in allerlei kerst- en zangspelen. Overal, dichtbij en ver weg. Elkaar verhalen vertellen, het is iets van alle tijden. Dat deden de vier evangelisten ook. Zij vertellen, ieder op een eigen wijze, over de geboorte van Jezus. Geen van hen is er bij geweest. Zij hebben het allemaal van ‘horen zeggen‘. En als deze mensen de verhalen over Jezus op willen gaan schrijven, zijn er al tientallen jaren verlopen. Het gaat er dan niet meer om de exacte gegevens te achterhalen, het gaat erom datgene wat ooit heeft plaatsgevonden van zo’n inspirerend en bijzonder mens, aanschouwelijk te maken. Het gaat de verteller niet om feitelijkheden, maar om de waarde. En Johannes schrijft op een heel andere aparte manier. Hij schrijft geen verhaal, maar een hymne, een lofzang. Hij componeert als het ware een ouverture waarin hij de tijd achter zich laat en dicht over geboorte zoals geboorte in wezen is. Een geboorte verwijst naar waar je vandaan komt. Het gaat over je oorsprong, het begin van alles. Over schepping. Johannes vertelt het scheppingsverhaal opnieuw. En het eerste scheppingsverhaal van God was ‘licht‘. Er moet licht komen, zonder licht is er immers niets te zien en valt er ook niet te leven. Licht, eerste schepping en fundament van alles en allen. Johannes ziet dat specifieke licht belichaamd in een mens – Jezus, het woord – in hem was leven en het leven was het licht van de mensen. Johannes heeft in zijn hele evangelie de woorden licht en leven toegepast op Jezus. Hij laat Jezus ook verschillende keren zeggen: ‘Ik ben het leven, Ik ben het licht’. Licht als een grondwaarde van leven. We spreken niet voor niets van levenslicht.
Kerstmis is het feest van het weerbarstige geloof tegen ‘bierkaaien en journaals‘ in, dat het licht niet te vernietigen is. Nog steeds zoeken wij, iedere dag opnieuw, naar dat licht, die vrede, in de wereld, in onszelf. En dat lijkt ieder jaar moeilijker te worden. Er is vandaag veel onzekerheid. Soms ook angst. In ons eigen land, maar ook in Europa en elders in de wereld. Machtswellustelingen willen met wapengekletter hun gebied uitbreiden en dichtbij de geboorteplek van het kind van deze dag vallen ontelbare onschuldige slachtoffers. Kwaad met kwaad vergelden is toch niet toekomstbestendig. Dag in dag uit worden vergeldingsmaatregelen met de dood beklonken met de recente gebeurtenissen in Praag wel als een zeer tragisch hoogtepunt. Er is onzekerheid over de toekomst van onze planeet, het gemeenschappelijke huis van alle mensen. Angst is een slechte raadgever. De verleiding wordt dan groot zich op zichzelf terug te trekken in de veiligheid van de eigen vertrouwde kring. Dan wordt het al vlug elk voor zich en eigen volk eerst. Een mentaliteit die zo langzamerhand de tijdgeest aan het bepalen is en weinig belooft, niet voor onszelf en niet voor de samenleving. We voelen ons dan immers alleen nog maar zelfgenoegzaam en nauwelijks meer verantwoordelijk voor wie niet tot de eigen kring behoren. Dan worden we een maatschappij die wel terecht de vrijheid hoog in het vaandel draagt, maar vergeet dat alleen solidariteit aan de vrijheid haar zin kan geven.
Waar kan het licht van het kind van deze dag weer onder ons wonen? Waar zien wij dat licht weer schijnen? Hij woont al onder ons, maar kunnen wij het zien? Als we goed om ons heen kijken, wellicht wel. Paus Franciscus belichaamt zeker het beeld dat Jezus voor ons wil zijn. Wars van luxe en clericaliteit stelt hij de mens – met name de mens die de ander nodig heeft – centraal. Zoals ook Jezus deed. En in onze eigen omgeving zien we – hoop ik – eveneens moedige mensen. Mannen en vrouwen die weer opstaan en de draad van het leven weer oppakken na het verlies van een dierbare. Vrouwen en mannen die dagelijks hun partner bezoeken in verpleeghuis of ziekenhuis, iedere dag heel trouw. Kinderen en jongeren, die na tegenslag toch opnieuw een poging wagen.
Het ware licht, dat iedere mens verlicht, geldt ook voor ons. In dat licht zoekt God contact met ons. Hij spreekt tot ons door de schepping, door het licht in alles wat groeit en bloeit. Hij spreekt tot ons via de profeten – Jesaja – hoe lieflijk op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede brengt, goed nieuws verkondigt, die heil komt brengen. Altijd, soms tegen beter weten in. Dat ware licht spreekt tot ons door Jezus. Jezus spoorde zijn leerlingen aan om zich heen te kijken en te zien hoe en waar aan het licht komt dat het koninkrijk der hemelen nabij is.
Zo is kerstmis. Het geloof, tegen de verdrukking in dat ieder mens – wij, u en ik – in staat is om de duisternis om ons heen te verlichten en solidariteit te betonen. Als God het de moeite vond mens te worden voor en met ons, dan opdat ook wij mensen zouden worden met en voor elkaar. We moeten ons verzetten tegen wat paus Franciscus de globalisering van de onverschilligheid noemt. Niet wat een mens voor zichzelf kan verwerven, maar wat hij voor een ader kan betekenen, dat maakt het leven de moeite waard geleefd te worden. Zo eert men God. En alleen zo komt vrede op aarde. Laten ons zo licht zijn in de wereld. Zalig kerstfeest voor u allen.