Door: Joost Jansen o.praem.
Een kraamverpleegster vertelde me dat een kersverse moeder na enkele dagen vaak een huilbui krijgt. Alle opgekropte emotie, de pijn van het baren, het totaal nieuwe dat aan haar is gebeurd: het moet er uit. Nu niet de barensweeën vooraf, maar de ontlading van pijn erna. Het grote geluk dat er een nieuw mensenkind geboren is en dan daalt het bewustzijn in dat ook dit kind de vreugden en de uitdagingen van een – laten we hopen – lange levensweg aan moet gaan. Nu ligt het kindje nog in het wiegje of in de kribbe maar er zullen tijden komen dat hij of zij uitgeleverd wordt aan de elementen van het gewone, en soms ruige, menselijke bestaan.
Zo pak ik de boodschap op van deze Tweede kerstdag. Na de idyllische boodschap van de dag van Kerstmis met Maria en Jozef en hun pasgeboren kind Jezus, met de herders in het veld en de engelen in de hemel die zingen van ‘vrede op aarde en in de mensen een welbehagen’. Het is zo mooi, zo aantrekkelijk, aangrijpend, maar we weten dat dit niet het totale plaatje is. De oorlog in de Oekraïne gaat gewoon door, geen kerstbestand, de dak- en thuislozen zwerven door Den Bosch en elders, en Thea piekert of ze morgen, derde kerstdag, nog voldoende eten kan kopen voor haar drie kinderen. Er is vreugde, er is ook pijn en verdriet.
Toch gaat het op deze feestdag van de diaken en martelaar Stefanus om nog iets meer. Zijn diaken-zijn is nog in te passen in wat er in de samenleving gewoonlijk gebeurt. Er is overvloed en schaarste, er is rijk en arm. Een diaken en allen die diaconaal bezig zijn proberen een beetje evenwicht er in te brengen: wat van de rijken overhevelen naar de armen. En we zijn in onze Augustinusparochie blij dat we weer veel kerstpakketten hebben kunnen rondbrengen. Stefanus was echter naast diaken ook martelaar. We hebben gehoord hoe Saulus, de latere apostel Paulus, hierin een niet zo’n mooie rol heeft gespeeld. Stefanus wordt gestenigd en gedood omdat hij getuigt van de Blijde Boodschap van Jezus, de Jezus van gisteren met Kerstmis én de Jezus die men ook gedood heeft en die na zijn dood levend blijkt te zijn. Nog steeds.
We kunnen natuurlijk stilstaan bij de christenen die vandaag vervolgd worden om de naam van Jezus. Voor mij is het belangrijker om me af te vragen of ik zo ver zou kunnen gaan als Stefanus. Lieve mensen, ik weet het niet. Wat ik wel weet dat belangrijk is om wat je op je weg komt aan geluksmomenten én aan tegenslagen om deze gelijkelijk met liefde te omarmen. Wanneer het je voor de wind gaat, is dit niet zo moeilijk. Het is andere koek wanneer je geconfronteerd wordt met omstandigheden waarin je leven op z’n kop wordt gezet. Stefanus heeft toen hij achter Jezus als leerling aan ging ook niet geweten hoe zijn leven zou eindigen. Hij heeft zich niet onttrokken aan wat op zijn weg komt, het omarmt, met perspectief want hij zag de hemel open, zijn wereld was niet gesloten. Hij zag verder dan het hier en nu. Ook wij weten niet wat er nog op onze weg komt, aan geluksmomenten én aan tegenslagen, voor- en tegenspoed. Wat ons wél wordt voorgehouden is: trouw aan de weg die we nu gaan, de vertroosting van het moment-nu. En de liefde om alles wat zich aandient te omarmen.
We gaan een week in waarin het meestal wat ongedwongener en losser is. Laten we ervan genieten. Laten we in dankbaarheid terugkijken op het afgelopen jaar met zijn geluksmomenten en zijn treurnis. Laten we alles omarmen. Grote figuren zoals Stefanus en Jezus zelf, gaan ons hierin voor. Zij hebben zo hun leven zin gegeven. Wij mogen dat ook en dan zijn we van betekenis voor onze tochtgenoten. Deze weg lijkt zo eenvoudig…