Door: abt Denis Hendrickx
Lezingen: Jesaja 9,1-6; Titus 2,11-14 en Lucas 2, 1-20
Wat heeft dit kerstverhaal ons anno 2021 nog te vertellen? “In die dagen was er een volkstelling.” En wat is er in onze dagen? Heden ten dage? Goed, er is geen volkstelling die mensen in beweging brengt, maar er zijn wel genoeg andere ontwikkelingen waar we niet zomaar aan voorbij kunnen gaan, die ons allemaal raken, die we niet zomaar buiten kunnen sluiten. Een pandemie beheerst momenteel ons gemeenschappelijke leven.
Misschien kunnen we ons herkennen in de woorden van Jesaja, als hij schrijft over het volk dat in het duister wandelt, de toekomst is in nevelen gehuld en donkere wolken verzamelen zich op het wereldtoneel. En dan? Wordt het juk en de stok van de drijver gebroken, de vreugde van mensen keert terug! Breken er van die sterren door, een licht in de duisternis. Jesaja toont een sterk geloof: eens zal er weer gerechtigheid en vrede zijn die rust brengt en vertrouwen! Jesaja gelooft in de komst van nieuwe leiders die leiden volgens het recht, niet alles weglachen en een schuilplaats zijn. Hij zegt vol overtuiging dat de toekomst gegrondvest zal zijn en stevig gebouwd op recht en gerechtigheid. Jesaja’s visioen… prachtig, maar wanneer zal die verandering komen? Hij gelooft erin. Geloven is hetzelfde woord als vertrouwen. En vertrouwen, dat is misschien wel precies wat we kwijt zijn. Mooi visioen Jesaja, maar wanneer wordt de geest dan over ons uitgegoten?
En zou het antwoord dan niet kunnen en moeten luiden: met de komst van het kerstkind Jezus, de langverwachte vredevorst. In dit kind huist de geest van God. Dit kind zet de verandering in waar Jesaja zo in gelooft. Dit mensenkind brengt rust en vertrouwen. Dit goddelijk kind inspireert mensen tot gerechtigheid en vrede. Je ziet het alleen zo snel over het hoofd. Want het komt uit onverwachte hoek: je verwacht het heil van boven, maar vindt het als je naar beneden kijkt. Bijna op de grond ligt het kind, in een kribbe…Jezus wordt ergens buitenaf geboren in een stal, omdat er voor Maria en Jozef geen plaats was in de herberg.
De herders en wijzen komen het kind opzoeken in een stal. Voor de herders is het onverwacht een thuiswedstrijd. Zij ontdekken: God is met ons, juist in ons leven van alledag ! De wijzen zijn eerst aan het verkeerde adres, gewoontegetrouw gaan ze toch eerst naar het paleis en het vijfsterrenhotel. Maar ze vinden het kind onder de sterrenhemel. Ze zien het kind als ze niet meer naar boven, naar de sterren turen maar hun ster volgen die naar beneden wijst. Dan staan ze oog in oog met het kind, met zijn rust en vertrouwen. We weten nu waar we het zoeken moeten: dicht bij huis, in het leven van alledag, bij heel gewone mensen als Maria en Jozef en bij ongewone mensen als herders en wijzen.
Zoals het kerstgebeuren ieder jaar weer in onze abdijkerk wordt uitgebeeld, zo’n beeld staat me voor ogen. De stal is een soort herberg geworden. Een veilige plek vol licht, gastvrijheid en warmte. Een plek waar mensen van allerlei slag zich welkom weten: mannen en vrouwen, arm en rijk, hier geborenen of van elders naar hier gekomen, al dan niet gevlucht vanwege een onveilige situatie. Weg is het wantrouwen, de onvrede, het moeizame samenleven. Allemaal vol bewondering bij dat kind. Samen hebben ze ongelooflijk veel uitstraling, zo met kerstmis. Ze zorgen voor vrede op aarde. De camera’s bij de brandhaarden in onze wereld draaien even niet. Wat jammer dat het veelal over ‘maar even ‘gaat.
En de engelen zingen: ‘eer aan God in de hoge en op aarde vrede onder de mensen in wie hij welbehangen heeft. Hemel en aarde komen bij elkaar God komt als licht in de duisternis, een stukje hemel breekt door alles heen. Een kwetsbaar kind brengt een sterke boodschap: ‘vrede op aarde; en heb je naaste lief als jezelf.
Het kerstverhaal is een sterk verhaal. Kwetsbaar en sterk is God deze nacht opnieuw aan het licht gekomen. De toekomst is begonnen.
Zalig Kerstfeest hier aanwezig, of waar u zich ook bevindt.