Woensdag 1 januari 2025

Door: administrator Frank van Roermund o.praem.
Lezingen: Numeri 6,22-27; Galaten 4,4-7; Lucas 2,16-21

Vandaag, op de achtste dag van Kerstmis, het zogeheten octaaf van Kerstmis vieren we het hoogfeest van de heilige Maria, Moeder van God…

Wellicht dat sommigen van u denken: wat is dat voor eigenaardige titel ‘Moeder van God’, zij is immers ook dóchter van God, en waarom vieren we dit op Nieuwjaarsdag?

Wel, het past eigenlijk heel góed op deze dag, omdat alle feestdagen rond Kerstmis dagen zijn waarop we gedenken – telkens met een eigen accent – hoe God zich aan ons, mensen, openbaart. In de Kerstnacht openbaart God zich in een kwetsbaar kind aan de herders in het veld, in de beslotenheid van een stal. In de dagmis van Kerstmis ligt het accent op de theologische doordenking van deze bijzondere geboorte, op de menswording – zoals dat heet – van het Woord van God. We lezen dan die prachtige proloog uit het Johannesevangelie. En aanstaande zondag, op het hoogfeest van Openbaring, wordt de bekendmaking van de geboorte van het Kerstkind verbreed tot de hele wereld. De wijzen uit het oosten vertegenwoordigen immers symbolisch alle volkeren op aarde.

En vandaag dan een… Mariafeest? Ja, maar eigenlijk is die titel ‘Moeder van God’ in eerste instantie ook wéér een getuigenis over Jezus, haar Zoon. Immers, hiermee wordt uitgezegd dat Jezus met Gód mag worden geïdentificeerd. In Jezus – een mens van vlees en bloed – is Gods Geest niet een beetje, maar ten vólle aanwezig.

Het mag wel duidelijk zijn, dat Maria een uitzonderlijk belangrijke rol speelt in de Openbaring van God in Jezus, haar Zoon. Zij toont zich ontvankelijk voor Gods Woord, haar aangezegd door de aartsengel Gabriel, dat zij de Messias zou baren. En vandaag in het evangelie horen wij hoe Maria de woorden, die de Herders van Gods engelen hadden gehoord, in haar hart bewaart en overweegt. Opnieuw zijn het – net als bij de aankondiging – niet te bevatten woorden. En opnieuw leert zij hoe om te gaan met zulke woorden, namelijk ze niét naast haar neer te leggen, maar ze te bewaren in haar hart en ze te overwegen.

Jammer genoeg is Jozef in de loop van de geschiedenis nogal in de schaduw gebleven. Onterecht eigenlijk, want ook Jozef speelt een grote rol in Gods openbaring in Jezus. Hij immers krijgt steeds Godsopenbaringen, en wel in dromen: in een dróóm krijgt hij te horen dat hij Maria tot zijn vrouw kan nemen – óndanks het feit dat zij zwanger was waaraan hij part nog deel had. In een dróóm wordt hij gewaarschuwd om met Maria en Jezus naar Egypte te vluchten om te ontsnappen aan de moordzucht van Herodes. En – opnieuw in een droom – krijgt hij te horen dat zij ná Herodes’ dood weer kunnen terugkeren, maar niet naar het vijandige Judea, maar naar het veilige Galilea. Kortom: door gehoor te geven aan Gods woorden – tót hem gekomen in dromen – maakt Jozef de Messiaanse droom mogelijk.

Wat kunnen wij nu leren van Maria en van Jozef, wat reikt deze rijke Kersttijd ons aan?

In elk geval dit: wees ontvankelijk voor wat God je zeggen wil: neem in de drukte van alle dag regelmatig momenten van rust en gebed en ontvang Gods woord in de stilte van je hart… Denk erover na, maar durf óók te drómen zoals Jozef. Heb vertrouwen dat je tot inzicht zult komen door Gods boodschappen, al dan niet geopenbaard in woorden, te overwegen in je hart. En tot slot, laat Gods woorden vrúchtbaar worden in je leven door er ook naar te durven handelen.

Een mooie set voornemens – zou ik zo zeggen – voor het nieuwe jaar!

Een Zalig Nieuwjaar!

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief