Door: Joost Jansen o.praem.
Laten we het klip en klaar stellen: katholieken vinden het lastig om de naam van God te gebruiken. Sommige protestantse broeders en zusters hebben het hier gemakkelijker mee, de katholieken zeker niet. En is dat erg? Ik meen dat je dan wat mist, want waar je het niet over hebt, speelt ook niet mee.
Dit is een mooi dilemma op het feest van de heilige Drie-eenheid: één God in drie personen. Ga er maar aan staan. Ik ga het niet uitleggen, ik ga wel proberen om jullie te vertellen wie God voor mij is. Ik heb daarvoor de verhalen nodig die we zo juist hebben gehoord. Ik vind het fantastisch dat Jezus tegen zijn vrienden zegt dat zij echt niet alles onmiddellijk hoeven te begrijpen, er moet nog iets te verlangen zijn. Je moet nog – liefst met elkaar – kunnen ontdekken, iets dat nu nog verborgen is. Zitten we daar nu op te wachten? Het is toch veel gemakkelijker voor ons als God pasklare antwoorden heeft op onze problemen? Dan is Hij tenminste God, de ultieme oplosser van al onze verlangens! Ik moet u teleurstellen, zo heb ik God niet leren kennen, en zo is Hij ook niet. Maar wie is Hij dan wel?
Ik meen dat we dan gewoon naar ons alledaagse bestaan moeten, met zijn vreugden, zijn verdriet en ook zijn ogenschijnlijk onoplosbare problemen. Wat mij deze week bezig houdt is Gino en Tommy, het slachtoffer en de vermeende moordenaar. Twee (min of meer) stille tochten worden voor de een gehouden, een veroordeling van de ander ligt al klaar, terug te leiden tot zijn jeugd, zijn familie, zijn omgeving. Alles ligt al bikkelhard vast, geen speld tussen te krijgen.
Kun je er ook anders naar kijken? Ik denk dat dit te maken heeft met hoe ik God ervaar. Hij zegt tegen mij: ‘Joost, kun je, wil je ook anders naar deze zaak kijken?’ ‘Hoe dan?’, vraag ik Hem terug. En Hij weer: ‘Lees mijn verhalen maar, daarin lees je dat iedere mens een tweede kans krijgt. Niets van het verschrikkelijke dat gebeurd is wordt ontkend, echter: nooit is iemand totaal verdoemd. Er is altijd ook een uitweg naar een nieuw, verzoend bestaan.’
Zo maar een vraag- en antwoordspel met God. Het is natuurlijk geen spel, het is een serieuze zaak. Wat gebeurt hier namelijk: dat je God en zijn verhalen laat meespreken in het gewone leven dat je met elkaar leidt. Het is het belang van het vertellen van verhalen, verhalen die je grond onder de voeten geven en waardoor je visie, focus houdt. Verhalen ook die andere mogelijkheden aandragen, het hebben van een tweede kans bijvoorbeeld. Of verhalen zoals in de eerste lezing van deze zondag waarin iemand naar de prachtige natuur kijkt, de bergen, de oceanen, en dan zegt: God, wat is dat mooi, wat hebt U dat toch allemaal mooi geschapen. Merken jullie dat we in zulke omstandigheden gemakkelijker het woord God in de mond nemen, op momenten wanneer zoveel moois, soms ook zoveel ellendigs ons overvalt? De pracht van de natuur én de mensen die in Oekraïne weken in een schuilkelder bivakkeren en voor wie het steun geeft als een priester daar de mis komt vieren.
Wanneer je het niet meer over iemand hebt, speelt hij of zij ook niet meer mee. Dat geldt voor mensen, het geldt ook voor God. Als je Hem laat meespelen dan blijkt Hij heel veelzijdig te zijn, minimaal driezijdig zou ik zeggen op dit feest. God zorgt er steeds voor dat wij het verschil kunnen maken omdat het altijd ook anders kan met Hem. Ik zei al: God is relatie, drie en met ons veel en veel meer. Wij maken Hem nog meer veelzijdiger wanneer wij Hem in ons dagelijks bestaan een kans geven. Met Hem kan het ook anders. Laten we Hem er bij houden.