Door: Joost Jansen o.praem.
‘Laat hem dan maar met zijn kop tegen de muur lopen’, zei de moeder van Gerard ten einde raad. Er zijn omstandigheden dat alle geduld op is. Bij puber Gerard is dit het geval. Of in organisaties waar al van alles is geprobeerd om het tij te keren. Het hoeft geen faillissement te zijn, het kan ook bestuurlijk een doodlopende weg zijn. De ouders van Gerard blijven van hem houden, de deur blijft open. Hij moet echter nu maar door de ‘shit’ heen.
We gaan de laatste twee weken van de veertigdagentijd in, onze jaarlijkse retraite op weg naar Pasen. Het is een leerschool, bij Jezus de leerschool van het lijden, hoorden we. Voor ons is Hij die weg gegaan. Ook wij leren aan het leven, zowel in goede als in kwade dagen, bij ziekte en gezondheid. Het schijnt zo te moeten gaan… niemand wordt gespaard. De grote vraag is steeds: op welke manier ga je door de strubbelingen van het leven heen? Als je vast komt te zitten, door de omstandigheden of door eigen schuld, hoe kom je er uit? Niet slechts: hoe ontsnap ik op een gegeven moment, maar fundamenteler: hoe is de weg er doorheen?
Ik probeer te leren van deze fase in de veertigdagentijd. Jezus heeft het over een graankorrel die eerst in de aarde moet vallen én afsterven, wil er een nieuwe halm met graankorrels opgroeien. Ik ben geneigd snel naar het resultaat te kijken, te vluchten misschien naar de aar met overvloedige graankorrels. Toch is er eerst het afsterven, in de aarde. Ze zeggen van Jezus dat Hij helemaal in de aarde is afgedaald. Dat afsterven mag ik niet overslaan. Waar vind ik dan hierin mijn veiligheid? Ik moet even denken aan die Gerard. Ik hoop dat hij ergens in zijn hart voelt dat zijn ouders – ik ken ze – van hem blijven houden maar nu niet anders kunnen dan hem los te laten. Jezus getuigt dat Hij de liefde van God zijn Vader ervaart. Hij zegt het niet met zoveel woorden. Hij heeft het over ‘verheerlijkt’ worden. Ik heb dat woord eens onderzocht en de oorsprong van dat woord betekent: zwaar worden, gewicht krijgen. Dan gaat het dus niet om glans noch glitter, dan wordt bedoeld dat de impact, de waarde van dit bestaan, aan het licht komt. Dat houdt ons wel een spiegel voor: welke impact, welke waarde heeft mijn bestaan nu, niet voor mij zelf maar voor mijn omgeving. Is de impact vruchtbaar? Vruchtbaar zoals die graankorrel die in de aarde valt, eerst moet sterven om dan dertig, zestig, honderdvoudig vrucht te dragen?
Ik moet denken aan onze geloofsgemeenschappen, aan onze kerk. De krimp zit er goed in. Hier en daar zijn wat hoopvolle tekenen van gemeenschappen die jonge mensen trekken. Steeds zie je daar een gezonde mix van een aandachtige liturgie die samengaat met een stevig engagement in de samenleving. Daar waar men zich louter in het kerkgebouw terugtrekt, vervliegt de aantrekkelijkheid. Al jaren geleden verkondigde een Franse jezuïet, theoloog, dat sommige kerkelijke structuren dan maar moeten afsterven zodat wat er overblijft goede mest is voor een nieuw ontluiken. Soms moet je door de ‘shit’ heen om weer vrucht te dragen.
Ieder nieuw initiatief, iedere nieuwe transitie zal door een sterven heen moeten. Ook in het bedrijfsleven hanteren ze – wat ze noemen – de U-theorie waarin het gaat over waarnemen, voelen handelen met een open geest, een open hart en een open wil. Het diepste puntje van de U mag niet worden weggemoffeld. Als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft… Durven we deze weg aan? Ook als kerkgemeenschap? Of hebben we gewoon geen keuze en gebeurt het toch ’n keer in ons leven? Ik wil er voor kiezen om bewust deze weg te gaan en ik weet dat Jezus me dit voorleeft, heel bijzonder in de twee weken die voor ons liggen.
Gelukkig blijft er steeds de liefde die ons verder draagt…