Door: Joost Jansen o.praem.
Als zij dit geflikt heeft, dan moet ze niet denken dat ik nog in beweging kom! Als Rusland ons dit aan doet, kunnen ze het wel schudden. Sancties kunnen ze verwachten en de wapenwedloop is weer in volle omvang bezig. Ik moet denken aan het gezegde: ‘Een oog voor een oog, maakt de hele wereld blind’. De uitspraak in het evangelie: ‘oog om oog, tand om tand’ was een oproep om in een conflict niet over de schreef te gaan. Dus niet méér dan dat, geen ongecontroleerde wraak. Dus geen twee ogen voor één oog, en twee tanden voor één tand. Geef een geproportioneerd antwoord, zo zeggen we dit vandaag. Ook onze rechtspraak kent dit principe wanneer men zoekt naar de juiste strafmaat. Maar kom je dan nader tot elkaar? Weet je de ander dan te raken als mens in de hoop eens weer normaal met elkaar te kunnen praten? Ik denk dat er meer moet gebeuren.
‘Meer’: dat is een belangrijk woord in de Bergrede van Jezus waaruit dit evangelie is genomen. Jezus zegt hierin geregeld: ‘Tot de vaderen is gesproken, en – vervolgens – zeg ik…’ Jezus wil niet onmiddellijk het oude regime ongeldig verklaren. De oude wet, de Tora van Mozes in het eerste Verbond, is zeker een prachtig instrument om een waardig en geestelijk gezond bestaan te leiden. De Tora heeft zijn sporen verdiend. Het is Gods richtingwijzer die Hij aan Mozes van de berg Sinai gegeven heeft. De evangelist Matteüs schetst hoe Jezus ook op een berg zijn gedragsregels geeft, als een niewe Mozes. Steeds gaat het om een ‘meer’. Eens gaf iemand zijn boekje over de Bergrede de veelzeggende titel mee: Meer dan het gewone. Het gewone, de Tora van Mozes, maar ook ons gewone alledaagse bestaan, zal best goed zijn. Jezus echter daagt uit tot een ‘meer’.
Hoe? Door duidelijk, bijna provocerend, er een schepje boven op te doen. Slaat iemand je op de ene wang, keer hem de andere toe. Loop je één mijl met iemand mee, doe er twee. En zo voort. Wat gebeurt er dan? De ander gaat vragen stellen. Misschien niet direct openlijk maar vaak wel in zichzelf. Natuurlijk zijn er mensen die nooit tot vragenstellen zullen komen omdat ze opgesloten zitten in zichzelf. We gaan – voor het gemak – uit van mensen die een min of meer open houding hebben naar anderen. En dat zijn de meesten, hoewel het aantal éénpitters groeit. Dat ‘meer’, dat schepje er boven op, dat verbindt Jezus met volmaakt-zijn. In de eerste lezing uit het boek Leviticus wordt het nog grootser gepresenteerd: het wordt ‘heilig’ genoemd. Ik houd het liever op ‘vol-maakt’ dat voor mij duidt op volheid, een volheid die gemaakt wordt, een volheid die dus met inspanning gepaard gaat, die te maken heeft met het volgen van de juiste regels. De Bijbel heeft het over geboden en verboden. Ik vertaal zo iets liever met een ‘geboden’ kans, daar zit ook het woord gebod in, maar het klinkt wat uitnodigender. God biedt ons kansen om te groeien tot de mens die Hij voor ogen heeft.
Nu lees ik verder in het evangelieverhaal. Ik lees dat dit alles te maken heeft met beminnen. Een prachtig opdracht. Beminnen, liefhebben, zó je leven inrichten dat een ander er ook van kan gaan houden. Wat is hier nog een enorm werk te verrichten! Ik weet niet hoe vaak gisteren bij de sleuteloverdracht bij Carnaval door omstanders (en door de prins zelf) is aangeraakt dat hij nog geen vriendin heeft. Er is een enorme schreeuw om relatie. Datingsites zijn booming business. Toch meen ik dat wanneer Jezus het beminnen aanprijst, Hij op iets ‘volmaakters’, iets ‘heiligers’ duidt. Het gaat Hem niet om conflicten met de ‘mantel der liefde’ te bedekken. Hij verwijst naar het feit dat iedere mens een kind van God is en dus broeder en zuster van elkaar. Dat ieder in principe geliefd is. Je kunt van een kind blijven houden ook al heeft hij de meest verschrikkelijke dingen gedaan. Beminnen duidt volgens mij op de ander tegemoet te treden met de instelling die Jezus zelf bezielde. Het is wellicht een biddende instelling. Bidden als het laten groeien in jezelf van een houding van stilte, van ontvankelijkheid, van erbarmen, van je over de ander ontfermen, het kunnen hebben van verdriet om hem, om haar. Met dit beminnen zet je – als het ware – gemakkelijker een stapje extra, incasseer je een tik, doe je dat ‘meer’ van het evangelie. Het is een uitdagende weg…