Door: Joost Jansen
Wie is de grootste? Wie de sterkste? Wie de slimste mens? Wie de snelste? De Olympische Spelen en ook de Paralympics liggen achter ons. Wij – Nederland – hebben een record aantal medailles gewonnen. En als je nu met tweehonderdste verschil vierde bent geworden, tel je dan nog wel mee? Wanneer iemand een wedstrijd verliest dan heeft hij verloren. Wanneer een elftal heeft gewonnen dan hebben 17 miljoen Nederlanders gewonnen. U ziet hoe krom het allemaal is en we zien samen hoe dat wedstrijdelement diep in ons DNA verankerd ligt. De discussie onder de leerlingen van Jezus is ook onze ervaring: wie is de grootste?
Jezus kan dan wel een kind in hun midden plaatsen, ook kinderen strijden om de eer. Het is te gemakkelijk om de ontvankelijkheid van een kind te promoten. Dat lijkt wel zo maar dat is een kind niet automatisch. Ik denk dat Jezus eerder ons wil wijzen op de weg om Hem zelf op te nemen. Zegt Hij niet ‘Wie een kind als dit opneemt in mijn Naam neemt Mij op…?’ Zo iets maakt wel het verschil en haalt ons gelijk weg van een simpele genezing van ons streven naar groter en meer. Het knappe bij Jezus vind ik steeds dat Hij eenvoudige beelden gebruikt en dat deze eenvoud geen simplisme is maar eerder voertuig van een uitdagende boodschap. Jezus ziet ons voor ‘vol’ aan.
Het is vandaag het begin van de Vredesweek en ik ben blij met deze lezingen op deze Vredeszondag. Want wat er tussen de leerlingen van Jezus gebeurt, zien we ook op grotere schaal in onze wereld. Welke grootmacht heeft het voor het zeggen? Hoe sluiten we allianties om de ander kort te houden? En wat gebeurt er in ons hoofd, in ons hart? Bij de herdenking van 9/11 in New York waren Biden en de andere voormalige presidenten aanwezig. Behalve Trump: hij was bij een belangrijke bokswedstrijd. Ik lees: ‘In ieder mens schuilt een vriend en een vijand… Wie zoek je?’ Het gaat steeds weer om de innerlijke oriëntatie. En daar werkt Jezus naar toe met het plaatsen van een kind in het midden: ‘Wie een kind als dit opneemt in mijn Naam neemt Mij op.’
Wat gebeurt er als je Hem opneemt? Het bijzondere van Jezus, vind ik, dat Hij mij aanspreekt op mijn hart. Hij is voor mij meer dat een ethisch appèl om goed te doen, rechtvaardigheid te bevorderen, me in te zetten voor een ander. Dat is allemaal – volgens mij – iets van ‘het hoofd’. Versta me goed: al die zaken moeten wel gebeuren. Het hart zit echter dieper. Wie eenmaal van binnen is geraakt, zal steeds creatief zijn en ontdekkend in het leven staan, zoals kinderen bij uitstek doen. Het is uitdagend om je hart te laten raken, want dan kun je ook bang zijn, of verdrietig, of teleurgesteld, of … Ik lees: ‘Een vijand neemt meer plaats in ons hoofd dan een vriend in ons hart!’ Dat is waar, de beelden van een ander in je hoofd brengen geen leven.
Wat gebeurt er als je Hem opneemt? Dan gaat het om Jezus’ wijze van leven, zijn optie voor de kwetsbaren, het brengen van de Blijde Boodschap. Dat je zelf overgeleverd wordt in mensenhanden. Het kan dan zelfs gebeuren dat er over me heen gelopen wordt en dat ik dit laat gebeuren. Bij Jezus is dit ook geschied, tot op het kruis. Wat dat betreft hebben wij een bijzonder geloof: de kwetsbare weg van dienen en – soms – je laten kruisigen. Zo meester, zo knecht…
Mensen tot elkaar brengen die lijnrecht tegenover elkaar staan, partijen, volken tot elkaar brengen die elkaar als jaren bestrijden, het vraagt om die houding van Jezus. Ik zie nog bisschop Tutu op z’n knieën – ja echt – vóór Winnie Mandela om haar te smeken mee te gaan in het verzoeningsproces in Zuid-Afrika. Iconisch. En de basishouding zal toch moeten zijn dat je zelf in vrede bent met je zelf. Het kan dienen dat je Hem – Jezus – opneemt in je hart om je hart en je hoofd te pacifiëren, tot vrede te brengen, opdat je vrede om je heen kunt brengen. En ook dit: wat op het persoonlijk vlak gebeurt zal voeding geven aan de inzet op het internationale vlak.
Er is een wereld te winnen, en die inzet voor vrede begint in je zelf en om je heen.