Door: Joost Jansen o.praem.
Bij het afscheidssymposium van abt Denis op 6 september heeft professor Peter Nissen gesproken over de kerk. Hij gebruikte het beeld van mensen, kloosterlingen in ons geval, die staan te wachten bij de bushalte. Een beeld voor de kerk vandaag. Dit sluit perfect aan bij het verhaal van Zacheüs in zijn boom die ook wacht op Jezus en zich een rotje schrikt als Jezus blijft stilstaan onder zijn boom. Help!, wat moet Hij nu van mij?
Ik wil me graag even ophouden bij het wachten van Zacheüs, dat ook ons wachten kan zijn. Wachten is lastig, denkt u maar aan de wachtkamer bij de huisarts, het loopt vaak uit. Wachten is soms een hele opgave en we zijn zo geneigd om snel resultaat te boeken. In het verhaal van Zacheüs is Jezus er wel heel snel! Vandaag laat Hij op zich wachten bij velen en dienen we het wachten uit te houden. Wat doe je dan?
Je kunt afhaken zoals voetbalpubliek doet als de wedstrijd niet interessant is en hun club al met zoveel doelpunten achter staat. Bij ons zijn het dan wel niet de doelpunten maar het misbruik binnen het kerkelijk verband is nog lang niet verwerkt. Anderen haken niet af maar zetten hun engagement op een laag pitje: ‘Laten maar eerst betere tijden aanbreken dan zien we wel weer.’ Gelukkig zijn er ook mensen die blijven komen, zoals wij hier in deze abdijkerk. Waarom?
Laten we eens om ons heen kijken vandaag. Er zijn veel Zacheüssen: mensen die het goed voor elkaar hebben, voldoende geld om leuke dingen te doen, niet te beroerd om een ander te helpen of wat geld af te staan. Vaak merken ze het niet eens in hun portemonnee. Dat de cohesie in de samenleving achteruit gaat is misschien niet de bedoeling en dat het klimaat niet gediend is met pleziervliegreisjes is toch ook niet al te schokkend. Anderen merken op dat er veel leegte groeit onder mensen en dat de ratrace-van-steeds-meer mensen in onze maatschappij tot overspanning leidt en de samenleving tot oververhitting. Gelukkig zijn er dan mensen die hier geen genoegen mee nemen, elkaar opzoeken, een ruimte vrijmaken voor het delen van ervaringen, ook geloofservaringen, graag momenten scheppen waarin je belangeloos kunt vieren en je een gezamenlijk verhaal kunt delen. Ik denk dan wij in deze abdijkerk zulke mensen zijn. Ik meen dat zo kerk-zijn bedoeld is: midden in de samenleving ruimte scheppen om als volk van God onderweg te zijn, om dat Lichaam van Christus te vormen, om heilige Geest niet alleen te laten waaien maar haar ook op te vangen en de motor te laten zijn van doen en laten.
Zijn wij die mensen die getuigen van een ontmoeting met God? U zult zich afvragen: moet ik dan steeds het woord God op mijn lippen nemen? Neen. De ontmoeting met God gebeurt op de eerste plaats van binnen, in je eigen hart. Een ontmoeting die je raakt maakt dat je er geregeld aan terug denkt. Herinner je eens toen je oog liet vallen op hem of haar die nu je partner is! Wie geraakt is, zal er af en toe ook over praten. Ik voel soms wat innerlijke stekels als mensen van de kerk menen dat ze te pas en te onpas God ter sprake moeten brengen. Er zijn er die er met een gestrekt been in gaan. Ik houd meer van mensen waarvan je voelt dat ze gedragen worden door een Aanwezigheid van Elders en in hun aanwezig-zijn bij anderen die warmte overbrengen. Dat hoeft echt niet vanaf de preekstoel, dat gebeurt eerder op de markt of bij een pleinfeest of in een toevallige ontmoeting.
Ik hoop en bid dat wij als abdij, als kerk van Berne, een plaats zijn waar de ontmoeting in geloof levend blijft en ook zijn weerslag heeft op de samenleving. Wij, u en wij van de abdij, zijn één Lichaam, allen met verschillende gaven, Iedere gave is belangrijk. Niet een van ons kan gemist worden. In de ontmoeting vullen we elkaar aan en getuigen we van Christus en zijn Geest, want die heilige Geest wil ons voortstuwen.