Door: Joost Jansen o.praem.
‘Waar ligt mijn bril?’ En dan blijkt dat ik hem op neus neus hebt. ‘Heb ik iedereen al gebeld voor die bijeenkomst?’ En dan heeft iemand anders al iedereen op de hoogte gebracht. Maar ingrijpender is het wanneer mensen met recht op een toeslag niet gezien worden en gezinnen uit armoede zelfs op straat komen te staan. Net zoals die Lazarus bij de poort van die rijke. Voorbijgangers zien hem niet, ze lopen hem voorbij. Ze zijn met velen vandaag, de Lazarussen, en dan echt niet vanwege overmatig drankgebruik. Er liggen velen langs de kant van de weg. Zien wij hen? Of voelen we ons ongemakkelijk, worden we bang, durven we niet te reageren omdat we niet willen verzanden in de vele regels die we als samenleving hebben opgesteld om alles veilig te laten verlopen? Het leven is er niet eenvoudiger op geworden.
Lazarus heeft wel zijn naam mee, een mooie naam: ‘Dat God mij helpe.’ Gelukkig dat er nog een God is. Mensen die aan de kant van de weg liggen hebben hier steun aan, als ze tenminste niet geheel en al verdoofd zijn door de dagelijkse strijd om toch nog wat eten voor hun kinderen te kunnen kopen. Ontbijt op school is soms een uitkomst.
Helpt God Lazarus? In de parabel lijkt het te gaan om een hoge plaats in de hemel. Maar het gaat in de parabel toch eerder om het verschil tussen Lazarus en de rijke man-zonder-naam. De rijke ziet Lazarus niet staan of eigenlijk wel, maar dan is het te laat want ook de rijke sterft een keer en dan blijkt dat zijn leven niet voldoende punten heeft opgeleverd om ook aan de andere kant, over de grens van de dood heen, gelukkig te zijn. Waar heeft het hem aan ontbroken? Dat hij rijk is? Neen, je mag rijk zijn van God. Wat heeft hij dan gedaan om naamloos deze aarde te verlaten? Hij is verblindt door wat hij heeft, hij ziet de ander niet die aan zijn deur ligt. De honden doen dat wel. Voor de honden is Lazarus een mens, Voor de rijke is hij een lastige horde te nemen als hij uitgaat. De rijke is niet in staat contact te maken, zich te verbinden met een ander die hulp nodig heeft. Dat God mij helpe! Maar in dit geval was het beter geweest als hij de man-zonder-naam, deze clochard, had geholpen.
Had dit voorkomen kunnen worden? Onze parabel geeft hier een antwoord op. De rijke mist contact met de verhalentraditie die ons gegeven is. Dat is ook vandaag een actueel probleem, het gemis aan contact met dragende verhalen. Voor ons hier in deze abdijkerk is dat het Boek dat centraal in ons midden ligt, de Blijde Boodschap van Jezus de Christus. In elke traditie en cultuur zijn er dragende verhalen. Trouw hieraan houdt ons open voor wat er onverwacht en soms ongezien op onze weg komt. Of aan onze deur ligt. De dragende verhalen houden ons scherp: horen en zien. Mozes en de Profeten heb je toch? Een Deus-ex-machina hoeft niet, en ook Abraham kan niet het onmogelijke doen. Mozes en de Profeten hoef je maar op te slaan om in het dagelijkse bestaan gesterkt te worden om de ander te zien, te helpen, te helpen namens God. Lazarus. Of de parabel van de barmhartige Samaritaan, of… Lees maar verder, voor alle aspecten van je bestaan zijn er verhalen, dragende verhalen, die je leven zin geven en richting. Tora noemt men dat.
Het geldt ook voor een Vredeszondag: zwaarden omsmeden tot ploegijzers, Jezus die ons toevertrouwt: vrede op aarde en welbehagen in mensen. Onze weg wordt omgeven door een wolk aan verhalen die ons helpen om te verzoenen en vrede te stichten. Ook worden we omgeven door mensen die zich hierdoor laten leiden en vrede om zich heen verspreiden. Mensen die steeds maar weer de Lazarussen van deze wereld zien, contact er mee maken en daardoor verzoening brengen. En vrede. Dat die vrede moge groeien.