Door: abt Denis Hendrickx
Lezingen: Handelingen 2,1-11 en Johannes 20, 19-23
Toen ik in de afgelopen dagen wat mijmerde over het naderende Pinksterfeest en me afvroeg wat ik in de verkondiging zou willen vertellen, kwam het beeld naar boven dat ik enkele jaren geleden eens aantrof op een affiche dat ergens in de openbare ruimte was opgehangen. Op die poster was met grote letters gedrukt: ‘JEZUS REDT’. Iemand had er met een viltstift achter geschreven: ‘Jezus redt het NOOIT’. Een andere persoon had er nog een woord aan toegevoegd: ‘Jezus redt het nooit ALLEEN’. Die paar woorden vormen – zo realiseerde ik mij in de afgelopen dagen – eigenlijk de kortste Pinksterpreek die ik ooit gehoord of gelezen had.
Ik denk dat in die ene, korte zin van slechts vijf woorden een hele diepe betekenis zit die volgens mij alles te maken heeft met Pinksteren. Jezus’ zending gaat door, ook na zijn dood . Maar Hij heeft er ons mensen bij nodig. Hij redt het nooit allen… Maar hoe had Hij dat gedacht. Was het met zijn dood niet helemaal afgelopen? Was het – zoals ik het met Hemelvaart formuleerde – helemaal finito.
En dan zien we elf bange leerlingen bijeen zitten: onzeker, klein, beschaamd. Een elftal zonder coach en dat kan gemakkelijk uitlopen op een stelletje ongeregeld. Uit de actualiteit of dat nu Eindhoven of Rotterdam is, weten we wat een coach allemaal voor beroering kan opleveren: een coach die plotseling vertrekt en een coach die gelukkig blijft.
Bange leerlingen bij elkaar, zo hoorden we in de afgelopen dagen met Schriftwoorden. Moet daar een wereldkerk uit groeien? Niemand die er nog een cent voor geeft.
Maar dan… Op die Pinksterdag overkomt hen iets, waar ze zelf nauwelijks iets van begrijpen. Ze krijgen de Geest. Ze krijgen een nieuwe spirit. De bange mannekes worden moedige apostelen, die worden uitgezonden naar de hele wereld. Maar ze kunnen pas gezonden worden, als ze diep verbonden zijn met Hem, die hen zijn Geest schenkt. Als de Geest van Jezus hen bezielt. Als Hij frisse, zuurstofrijke, inspirerende lucht over hen uitblaast en zegt: ‘Ontvangt de heilige Geest, ontvang de spirit, de adem, de energie.
En wat gebeurt er daar dan op Pinksteren? Daar in Jeruzalem gebeurt het omgekeerde van het verhaal van de toren van Babel. We kennen het wel van vroeger, uit de Bijbelse geschiedenis. Mensen die in hun hoogmoed een toren gaan bouwen, één, die tot in de hemel reikt: een echte wolkenkrabber, zoals we die in de grote stedelijke omgeving steeds meer zien. In hun overmoed raken de mensen van elkaar vervreemd. Ze verstaan elkaar niet meer. Ze raken elkaar kwijt. Een Babylonische spraakverwarring is het gevolg. Een spraakverwarring, die berust op zoveel nepnieuws dat wordt verspreid en complottheorieën die worden verkondigd en vooral angst proberen aan te praten.
Wat toen gebeurde en vandaag gebeurt, op de dag van Pinksteren, is dat al die mensen, die daar samenstromen elkaar weer opnieuw verstaan. Ieder voelt zich aangesproken: Palestijnen en Joden, asielzoekers en Nederlanders, agrariërs en milieuactivisten, jongeren en ouderen. Mensen van politiek links en mensen van politiek rechts. De tweedeling in de samenleving verdwijnt door die Geest, die samenbrengt wat verdeeld is. Een geest die verbindt.
Pinksteren is daarom ook zeker niet een gebeuren dat ons enkel doet terugkijken op wat was en is geweest. Pinksteren heeft alles te maken met vandaag. Pinksteren staat nu te gebeuren. Een heel actueel gebeuren. De Babylonische spraakverwarring van onze dagen waar mensen elkaar niet verstaan, niet willen verstaan, niet kunnen verstaan, schreeuwt om opgeheven te worden. Politici die in hun leven worden bedreigd, onschuldigen die omwille van machtsuitoefening worden omgebracht. Daar waar mensen elkaar kleineren, demoniseren, elkaar veroordelen en onderdrukken daar is de uitstorting van de Geest nodig.
Op Pinksteren worden we uitgenodigd te hoop te lopen rond de vurig makende Geest van Christus: een en al aandacht voor elkaar, een verstaanbare taal; de adem van het begin, die God bij de schepping ons heeft ingeblazen. Vrede zij u! En sluit je niet op in jezelf, maar ga er op uit, naar het leed van de ander, naar de plekken waar het nog niet gelukt is tot nu toe om vrede te maken. Er is immers een taal die verder gaat dan ons alledaags gekrakeel, onze teleurstellingen, onze miskleunen. Ademen wij die Geest in opdat duidelijk wordt dat we meer kunnen dan we denken. Die geest wil duidelijk maken dat je welkom bent met je eigen mogelijkheden, met je eigen kleine bescheiden bijdrage, met je eigen persoon.
Vandaag is het Pinksteren, ja vandáág. Nu is het onze beurt om apostel te zijn, want Jezus redt het nooit alleen. Juist in deze tijd zijn er mensen nodig, die de moed niet opgeven en zeggen EN TOCH. Zij gaan verder, vertrouwend op die Geest. Mogen ook wij vervuld worden en vervuld blijven van die Geest.
Een Pinkstergedachte
Er is een geest die laat zich niet opsluiten
Er is een geest die waait waar zij wil
Er is een geest die ons kan vernieuwen
Er is een geest die ons verdriet kan troosten
Er is een geest die in ons krachtig kan worden
Er is een geest die ons kan inspireren
Er is een geest die ons bereikt
In mensen die naar elkaar omzien.
Er is een geest die in vele talen spreekt,
Die ons creatief maakt in moeilijke tijden.
Er is een geest die dodende eenzaamheid
Om kan buiten in nieuwe tweezaamheid.
Ik bid: Kom schepper geest
Wees in ons aanwezig opdat we een zegen zijn voor elkaar.